
What Will People Say
Hva Vil Folk Si (What Will People Say), de tweede speelfilm van Iram Haq, is een spannend en ontroerend coming-of-age-drama over vrouwenrechten, immigrantenidentiteit, familiale solidariteit en religieuze normen en waarden. Het verhaal is gebaseerd op de eigen ervaringen van regisseur Iram Haq als jonge Pakistaanse vrouw in Noorwegen, dat grandioos naverteld wordt met de hulp van het verbluffende acteerdebuut van de achttienjarige Maria Mozhdah.
Mozhdah vertolkt en vertelt het vertaal van Nisha, een zestienjarig Pakistaans meisje dat opgroeit in Noorwegen. Ze zit gevangen tussen twee culturen: de traditionele Pakistaanse, en de ietwat losbandige Noorse jongerencultuur. Overdag, thuis bij haar familie, is ze de perfecte Pakistaanse dochter. ’s Avonds, wanneer ze uit haar raam klimt en de donkere nacht tegemoet treedt, is ze een doorsnee Noorse tiener die crop tops draagt, wiet wil roken, drinken en flirten met een roodharige puber. Ze worstelt ermee zich te conformeren aan de verwachtingen, normen en waarden van zowel haar familie alsook haar leeftijdsgenoten. Wanneer haar vader haar met haar scharrel in bed betrapt, botsen de twee werelden van Nisha genadeloos. Haar familie ziet en behandelt haar als een stuk vuil, een lopend schandaal dat geneutraliseerd moet worden. De wanhoop nabij besluiten de ouders van Nisha om haar te kidnappen en haar onder te brengen bij familie in Pakistan. Hier zal ze naar een hervormingsschool gestuurd worden, waar haar zal worden geleerd hoe ze zich zou moeten gedragen als de perfecte, gehoorzame Pakistaanse huisvrouw. Hier, in enerzijds het land van haar wortels, maar anderzijds een vreemd land waar ze nog nooit eerder is geweest, wordt Nisha gedwongen haar eigen leven opzij te zetten en zich te conformeren aan de cultuur van haar ouders.
Vanaf het begin wordt de complexiteit van het continu moeten schakelen tussen twee compleet verschillende levens visueel in kaart gebracht. Zo klimt Nisha stiekem haar slaapkamerraam in na het uitgaan en rolt ze zo in haar bed, zonder haar uitgaanskleren uit te trekken of haar make-upmasker af te halen. Zodra Nisha een vrouw met een hoofddoek aan de andere kant van de straat ziet lopen, voelt ze zich onmiddellijk ongemakkelijk en gedwongen het gesprek met haar klasgenoot Daniel af te kappen. Op haar vaders verjaardag dwingt haar moeder haar de blote buik te bedekken voordat ze naar haar vader toe gaat.
De niet al te subtiele titel What Will People Say wijst erop het verhaal met name gefocust is op de heerschappij van de reputatie. Reputatie komt voort uit wat andere mensen van je denken en over je zeggen en is niet per se gebaseerd op de waarheid. Door de sterke focus op externe factoren ontbreekt de inwaartse uitdieping soms, en daarmee ook de ontplooiing van de personages. What Will People Say probeert beide kanten van deze culturele en generatiekloof te onderzoeken, maar slaagt daar niet altijd in.
De personages blijven vlak van karakter en missen complexiteit. Zo krijgt de moeder van Nisha niet eens een naam toebedeeld, net als haar tantes en nichtje, die allen niets meer zijn voor het verhaal dan stemloze toeschouwers. Sterker nog: ze verzetten zich niet alleen niet tegen de mannelijke dominantie binnen de huishoudens; ze gaan er compleet in mee en zijn tot alles in staat om Nisha maar te laten conformeren aan hun normen en waarden. Nisha’s jongere nichtje is de enige die nog toenadering zoekt, maar het enige dilemma dat in haar hoofd om lijkt te gaan is de keuze tussen Rihanna en Beyoncé. Als toeschouwer word ik nieuwsgierig naar haar gevoelens, gedachten en toekomstperspectieven, waar niets van wordt blootgelegd. Door het gebrek aan diepte bij deze vrouwelijke personages is het totaal onbegrijpelijk waarom en hoe ze er allen in slagen te overleven binnen een maatschappelijke structuur die niet in hun voordeel is. Het is ook onduidelijk waarom ze zich gedwongen voelen om Nisha zo te behandelen. Misschien heeft Haq ervoor gekozen om Nisha volledig geïsoleerd te laten voelen om zo de dramatische inzet te verhogen. Maar wat het verhaal aan spanning wint, verliest het aan subtiliteit.
Met name de vader-dochterrelatie had verder uitgediept kunnen worden. De ernst op vaders gezicht en de tranen in zijn ogen verraden dat de situatie hem meer aangrijpt dan hij waarschijnlijk ooit zal toegeven. Hij staat niet volledig achter de keuze om Nisha het land uit te zetten, maar hij voelt zich machteloos nadat hij er door de lokale Pakistaanse gemeenschap voor wordt gewaarschuwd de hele familienaam te beschamen als hij geen drastische maatregelen neemt. Hij wordt óók verscheurd door twee werelden: de wereld die hij verliet om zijn kinderen een beter leven te geven dan hij zelf heeft gehad, en de wereld die hij toch omarmt en dicht bij zich draagt, hoewel dit vaak in tegenspraak is met de eerste. Het meest tragische moment uit de film zou de scène moeten zijn waarin Nisha’s vader dreigt haar van een klif te gooien nadat ze de familienaam opnieuw heeft beschaamd. Hij houdt van haar en zij is alles voor hem, zo geeft hij stamelend toe. Je voelt ergens zijn mentale worsteling tussen de onvoorwaardelijke liefde voor zijn dochter en het trouw blijven aan zijn traditionele normen en waarden en het preserveren van de onbesmeurde familienaam. Maar doordat zijn karakter vlak blijft, mist deze scène overtuigingskracht.
Ook ontbreekt er een historische laag en achtergrond. De problemen zijn niet pas tot uiting gekomen in de puberteit van Nisha; dit zijn vastgeroeste zaken waarvan de zaadjes generaties terug zijn geplant. Het had zeer interessant kunnen zijn om deze achtergronden meer uit te diepen, zowel bij Nisha’s gezinsleden alsook bij de rest van de familie in Pakistan.
Het gebrek aan nuance wordt enigszins goedgemaakt door de onverwachte spanningsbogen. De filmposter met een portret van Nisha tegen een roze zonsondergang schept de verwachting van een kalme, wellicht een tikkeltje romantische filmhuisfilm. Na amper twintig minuten blijkt dat scenario verre van de waarheid te zijn. Ook compenseert Mozdahs overtuigende spel voor de schamele prestaties van de bijrollen.
Cinematograaf Nadim Carlsen zet het donkere en winterse Noorwegen tegenover de benauwde, zonovergoten locaties van Nisha’s gedwongen ballingschap. Geen verrassende keuze, maar het helpt wel mee aan de sfeerbepaling en het levert beeldschone shots op.
De film sluit af op een ironische en dramatische noot, waarbij Nisha in herhaling valt en een soortgelijke actie onderneemt als de oorzaak van haar verbanning naar Pakistan, wat ervoor zorgt dat ze weer wordt teruggestuurd naar Noorwegen. Wederom stelt de actie an sich weinig voor; ze kust een jongen op wie ze verliefd is. Het feit dat Nisha keer op keer zo in de problemen komt door onbenullige gebeurtenissen werkt vervelend: niet alleen door haar naïviteit of onvoorzichtigheid, maar omdat het de kijker het gevoel geeft dat Nisha hoe dan ook gedoemd is te falen. Zo blijf je als kijker gedurende de film in dezelfde modus steken, vastgeroest, net als zij. Dit geeft wellicht wel een goed beeld en gevoel van de uitzichtloosheid van een dergelijke situatie. Ze heeft slechts twee opties: bij haar familie blijven en zich conformeren, of uit haar familie stappen en haar eigen leven gaan leiden.
Haq kiest een pijnlijk trieste, maar ook visueel opvallende manier om haar verhaal te beëindigen. De spanning, die een overgroot deel van de film om te snijden is, het sterke acteerwerk van de twee hoofdpersonen en de prachtige cinematografie, maken What Will People Say absoluut – ondanks de zwaktes — de moeite waard.