Vervreemding en verandering: een top 5 Jia Zhangke films

Jia Zhangke’s nieuwste film Ash is Purest White, die deze week in de Nederlandse filmhuizen verschijnt, is misschien wel de beste film van één van China’s belangrijkste 21e-eeuwse filmmakers. Goede reden om zijn werk nog eens onder de loep te nemen en Ash is Purest White in context daarvan te plaatsen, zoals Jia in zijn films telkens weer mensen in de context van een veranderend China plaatst.

Want, zoals Elise van Dam begin deze week al in haar recensie van Ash is Purest White op Cine schreef: ‘Weinig filmmakers zijn zo goed in tijdsprongen als Jia Zhangke. Tijdsprongen als kleine aardschokken, die laten zien hoe een wereld verandert en de mensen daarin meebewegen. Of juist niet. Die wisselwerking tussen een veranderende wereld en individuen die zich daartoe moeten verhouden is een terugkerend thema in het werk van de Chinese filmmaker.’

Platform (2000)

Een wisselwerking die al te zien was in Jia’s eerste film Xiao Wu (1997), maar nog indrukwekkender naar voren kwam in zijn tweede film Platform. Tevens zijn eerste film met zijn muze, Zhao Tao, die daarna zijn vaste hoofdrolspeelster en zijn vrouw werd. Platform begint met een optreden over de glorie van Mao’s revolutie, uitgevoerd door een toneelgroep die we gedurende twee decennia volgen. China is aan het begin nog net aan het herstellen van de Culturele Revolutie, en de hervormingen van Deng Xiaoping waarmee China aan de kapitalistische globalisering mee gaat doen zijn pas net van kracht. De toneelgroep worstelt met de veranderingen die komen in Fengyang, de geboorteplaats van Jia waar veel van zijn films zich afspelen, ver van de regering in Beijng die verantwoordelijk is voor die veranderingen. De groep staat symbool voor een hele generatie, die van Jia zelf, die buitenlandse films zien, legaal luisteren naar popmuziek (en daarna het zelf zingen) en modieuze kleding dragen. De cultuurschok is groot en ontwortelend, maar ontvouwt zich geleidelijk. Niet iedereen kan daar even goed mee omgaan. Jia bekritiseert zijn personages nooit daarvoor, maar erkent en herkent hun verrassing en vervreemding, die ze onder andere uitten op het podium of juist als niemand kijkt, zoals de ontroerende privédans van Zhao Tao. Op dat moment danst zij geheel voor zichzelf, iets dat ze nooit aan het begin van haar verhaal zou hebben gedaan.

Still Life (2006)

Volgens sommige is Still Life de beste film van Jia Zhangke. Het is hoe dan ook een soort samenvatting van de eerste periode van zijn carrière als filmmaker, waarin hij zijn thema’s kristalliseert. Na het epos Platform volgden de doelloze jongeren van Unknown Pleasures (2002), nog in dezelfde stijl als zijn eerste twee films, en The World (2004), stilistisch een nieuwe stap voor Jia waarmee hij de vervreemding van Chinezen in modern China op een nieuwe, absurdistische manier aanpakte. Still Life lijkt eerder aan te haken op zijn eerste films, maar dan stijgen er gebouwen op met animaties en vliegen er af en toe UFO’s langs. Een nieuwe verbeeldingsvorm van de vervreemding die als een rode draad door zijn werk loopt. Wat is voor de gewone burgers van China het verschil tussen een UFO en de Drieklovendam, ’s werelds grootste waterkrachtcentrale en dam, waarvoor hele woon- en leefgebieden voor onderwater gezet werden. Een beter voorbeeld van een veranderend, moderniserend China dat een deel van haar bewoners achterlaat is er niet. Een vrouw en een man die ooit in een nu ondergelopen dorp woonden, keren terug naar de regio op zoek naar mensen uit hun leven daar, hun man en ex-vrouw respectievelijk. Een zoektocht die bemoeilijkt wordt doordat de wereld waar zij in dachten te zoeken, niet meer bestaat. Tegelijk een ode aan het menselijk lichaam, en hoeveel dat kan verduren en wat voor groters dan zichzelf het kan creëren en vernietigen.

Useless (2008)

Na Still Life begon Jia aan een nieuwe periode in zijn carrière. Tussen 2006 en 2013 maakte hij een aantal documentaires in plaats van speelfilms, met uitzondering van enkele korte films. Desalniettemin bevatten bijna al deze documentaires ook fictie-elementen, waarin soms zelfs Zhao Tao meespeelt. Useless is de zeldzame Jia-film zonder haar. De documentaire is opgedeeld in drie delen, waarvan het laatste ook weer fictie bevat. In het eerste, humanistische deel zien we fabrieksarbeiders uit een kledingfabriek. We zien ze zweten, eten en naar de dokter gaan. Er wordt nauwelijks een woord gesproken, terwijl Yu Lik Wai, Jia’s vaste cameraman, met haast poëtische camerabewegingen de arbeiders observeert. Het tweede segment gaat over kledingontwerpster Ma Ke, die klaagt over hoe de kledingindustrie in China mode, ontwerp en persoonlijke kleding in de weg staat. Ze wijkt uit naar Parijs voor haar ingewikkelde, conceptuele modeshow, die meer weg heeft van moderne kunst dan kleding. Jia laat in het midden wat hij hiervan denkt. De ontwerpster passeert uiteindelijk in haar auto een kleermaker op weg naar zijn werk… in de koolmijn. In dit fictieve gedeelte laat Jia een gemeenschap van kleermakers zien, die door de concurrentie van de grote industrie ander werk hebben moeten zoeken of nauwelijks meer rond kunnen komen. Eén kleermaker maakt alleen nog kleding voor zijn vrouw. In alle drie de segmenten verkent Jia gracieus onze relatie tot onze kleren, in allerlei facetten.

Mountains May Depart (2015)

Na zijn documentaire-periode keerde Jia in 2013 terug naar fictie met A Touch of Sin, wat dan wel weer gebaseerd was op waargebeurde verhalen, een bijtend commentaar over de effecten van de opkomst van het staatskapitalisme van China op diens bevolking. Minder cynisch en minder gewelddadig maar daarom niet minder bijtend is twee jaar later de thematische opvolger Mountains May Depart. Het is Jia’s langste film sinds Platform en hij keert er ook mee terug naar de structuur van die film. In de jaren 1999, 2014 en 2025 volgen we een familie en aanverwanten. Bij elke sprong in de tijd wordt het beeld breder en verschuift de focus naar een ander personage, hoewel Zhao Tao’s personage Tao altijd centraal blijft staan, direct of indirect. Economische motieven bepalen in 1999 partnerkeuze, met als gevolg persoonlijk en culturele vervreemding in 2014 en 2025, ook dankzij de globalisering van China en de Chinezen. De nieuwe, rijke elite richt zijn blik steeds meer op het Westen, neemt aspecten van westerse culturen over en vestigt zich steeds meer in het buitenland. Hoewel Jia de negatieve kant van vervreemding van het thuisland en de eigen cultuur belicht, viert hij ook het samenkomen van oost en west in de fantastische openings- en slotscènes, waarin Zao Thao danst op Go West van de Pet Shop Boys. Uiteindelijk staan in deze intieme, soms zelfs warme film de onbreekbare (bloed)banden tussen mensen centraal staan, ongeacht de afstand die geld, tijd en geografie creëren.

Ash Is Purest White (2018)

Opnieuw hanteert Jia de structuur van Platform en Mountains May Depart: In drie verschillende jaren toont hij ons het leven van Qiao (uiteraard weer Zhao Tao) en haar grote liefde Bin. Zij vertoeven in de jianghu, een Chinese term die niet echt te vertalen valt, maar de (criminele) onderwereld behelst. Qiao beschermt Bin door eerst een gevecht te beslechten door zijn pistool af te vuren, en vervolgens gaat ze voor hem de gevangenis in door te doen alsof het haar pistool is. Als ze vijf jaar later vrijkomt, wil ze hun relatie weer oppakken maar zowel China, de onderwereld als Bin zijn niet meer hetzelfde. Jia begon de film als een ode aan de misdaadfilms van John Woo en Johnnie To, maar geeft volledig zijn eigen draai aan het genre. Jia gebruikt de liefdessaga van Qiao en Bin om wederom onder de loep te nemen hoe China en haar bevolking in de afgelopen twintig jaar veranderden, beginnend in 2001 en eindigend in 2018. Dat geldt ook voor de onderwereldfiguren, die pas na de Culturele Revolutie opbloeiden en mede door de hervormingen in de jaren zeventig en tachtig kans zagen om te groeien. Hun moraal en protocol is gebaseerd op diezelfde misdaadfilms uit Hongkong waar Jia fan van is, maar dat biedt in de 21e eeuw geen houvast meer. Jia’s personages raken verloren in de veranderende tijden, wanhopig vasthoudend aan oude gebruiken die dienen als waardes in een wereld die ze niet meer herkennen als hun eigen. Maar met het accepteren van hoe klein, onbelangrijk en vergankelijk wij zijn, komt de mogelijkheid om te blijven leven en lief te hebben.

Vind ons: