
The Neverending Story
Als er één film is die nostalgie oproept en mij meteen doet denken aan de kerstdagen dan is het The Neverending Story. Deze film kwam (en komt) standaard voorbij rond deze tijd van het jaar. Dat is niet zo gek want het is een film voor de hele familie. Alhoewel het kerstthema er niet in voorkomt, heeft het duidelijk dat gevoel dat je als kind kende. Een moeilijk te omschrijven gevoel dat eigenlijk maar één woord kent: magisch. De film is uit 1984, werd geregisseerd door Wolfgang Petersen (Das Boot, The Perfect Storm) en is een Duits/Amerikaanse productie.
De 11 jarige Bastian Bux heeft het moeilijk met het overlijden van zijn moeder en de relatie met zijn vader verloopt moeizaam omdat vader bemerkt dat Bastian vaak wegdroomt en zich terugtrekt in zijn eigen fantasie. Als Bastian op een ochtend naar school gaat wordt hij achterna gezeten door enkele pestkoppen. Na in een vuilnis container te zijn gegooid slaat Bastian op de vlucht en komt hij terecht in een oude boekenzaak. De winkelbediende vertelt hem over een boek, een mysterieus en gevaarlijk boek genaamd (je raadt het al) The Neverending Story. Hij waarschuwt Bastian het boek niet te lezen. Zoiets moet je een kind natuurlijk nooit vertellen, en als de boekhandelaar even uit het zicht is besluit Bastian dan ook gehoor te geven aan zijn nieuwsgierigheid en het boek te stelen.
Op school zoekt hij een plek op de zolder om het boek te lezen. TNES vertelt het verhaal over Fantasia, een rijk waar alle fantasieën en verhalen hun oorsprong hebben. De keizerin van Fantasia is ziek en de wereld dreigt langzaam opgeslokt te worden door het ‘niets’. De naamloze keizerin besluit de jonge Atreyu er op uit te sturen met de missie om haar en Fantasia te redden. Tijdens het lezen van het boek valt het Bastian op dat het lijkt alsof het boek hem persoonlijk aanspreekt, omdat de personages vaak reageren op zijn opmerkingen. Geleidelijk vervaagt fantasie en werkelijkheid en wordt Bastian deel van de missie om Fantasia te redden van het ‘niets’.
Er zijn drie hoofdrollen in deze film. Bastian (Barret Oliver), Atreyu (Noah Hathaway) en mijn persoonlijke favoriet en ‘sidekick’, de pratende vliegende draak met hondenkop Falkor. Zeg eerlijk, wie zou nu niet als kind (of volwassene) willen vliegen op de rug een vliegende hond? Juist ja… Dat brengt me meteen bij de poppen in deze film. Poppen waar Jim Henson nog van zou zeggen dat ze één van de beste ooit waren. Er is iets magisch aan een levensechte pop ten opzichte van een computer gegenereerde pop. Zo ook de special effects in de film: echte studio’s, geschilderde achtergronden, zo min mogelijk CGI. Alles voegt iets toe aan de film, waardoor de fantasie werkelijkheid wordt.
Uiteraard spreek ik vanuit nostalgisch oogpunt maar als er één filmreeks is waarbij dat gegeven wordt bevestigd dan zijn het de Star Wars prequels. Een totaal zielloze ervaring. TNES is overigens een Europese productie, en was destijds de duurste Europese film ooit gemaakt. En dat is te zien ook. De muziek is over het algemeen mooi, maar de jaren 80 titelsong is nu toch wel pijnlijk verouderd. Catchy maar fout. Geen fijne wijn die naarmate de tijd vordert beter wordt, maar laat dat vooral de film niet voor je verpesten. Wat overblijft is een mooie, goed geacteerde fantasiefilm die de tand des tijds prima heeft doorstaan.
Het thema dat TNES aansnijdt is een van alle tijden. Het gaat over de creativiteit en fantasie van een kind. Het ‘niets’, is het gevaar dat bij volwassenheid komt kijken. Dat is namelijk de periode waarin je bepaalde aspecten van je kind-zijn verliest. De fictieve wereld waarin je je als kind begeeft maakt meer en meer plaats voor de realiteit. Het verhaal geeft dan ook de boodschap dat het belangrijk is je fantasie te herleven (of levendig te houden) en een balans te vinden tussen het reële en het magische om zo niet te stranden in het ‘niets’. Een mooie boodschap, voor kinderen en voor ons. En daardoor bij uitstek geschikt tijdens deze feestdagen.