The Hummingbird Project

Het is frustrerend als je erover nadenkt. Een hoofdrolspeler die op het topje van zijn kunnen speelt, een aantal visuele vondsten om jaloers van te worden en een verhaal dat compleet aansluit op de tijdgeest van het hier en nu, maar The Hummingbird Project wordt maar geen topfilm. Het was afgelopen februari nog de slotfilm van het IFFR, en zeker niet onterecht. Regisseur Kim Nguyen – eerder verantwoordelijk voor het kindsoldaatdrama Rebelle – heeft een intelligente, suspensrijke en bijtijds grappige thriller gemaakt. Het is alleen zo’n film waar je net ietsje meer van hoopt.

Twee neven met de achternaam Zaleski, Vincent en Anton, hebben een topplan om rijk mee te worden. Ze kloppen aan bij mensen en bieden geld om een strook ónder hun land op te kopen, en daar doorheen te boren om een glasvezelkabel te leggen. Hun oude werkgever Eva Torres mag er geen lucht van krijgen. Deze beursbitch heeft het hippe brilmontuur en de grijs geverfde lokken die uitstralen dat ze managementles heeft gekregen van Dzjengis Khan. Het is daarom een smakelijk misplaatst zelfvertrouwen waarmee Vincent ervoor heeft gekozen om met haar te sollen en bovendien zijn briljante neef Anton hierin mee te sleuren. Waarom die glasvezel?

16 milliseconden is de tijd waarin de kolibrie één keer met zijn vleugels flappert. Het is ook de tijd waarbinnen je een informatiesignaal heen en weer kunt sturen tussen de beursvloeren van Kansas en New York via een glasvezelkabel, mits (!) die in een kaarsrechte lijn is neergelegd. In de film is het een hele milliseconde sneller dan de snelste tijd waar iedereen al mee werkt. En als je actrice Margot Robbie ooit in een bubbelbad treft met een glas champagne, kan ze vast haarfijn uitleggen waarom dit een wereld van verschil maakt in de moderne financiële sector. Overigens maak ik hier niet voor niets een verwijzing naar The Big Short, maar daarover straks meer. Eerst toch maar die uitleg.

Flitshandel is de hedendaagse praktijk waar door middel van speciale computersoftware-aandelen in een fractie van een seconde kunnen worden gekocht en weer verkocht. Binnen dat minieme tijdsverschil kunnen waardes net wat stijgen, en doe je het vaak genoeg dan maak je winst met veel minder risico dan, laten we zeggen, in één keer op een groot paard als World Online wedden. Veel beursbedrijven verdienen op deze manier per jaar bedragen waar je ogen bijna van smelten. En een cruciaal onderdeel: heb je de snelste verbinding, dan heb je een enorm voordeel. De informatie waarop je speculeert komt het snelst jouw kant op, de software heeft een milliseconde eerder je aandelen gekocht en weer gedumpt. En hoppa, cash! Maar zoals The Hummingbird Project ook uitlegt: citroenboeren hebben daar niks aan.

Het is Alexander Skarsgård die rondjes om iedereen heen acteert. Zijn look geeft de voorzet: nerdy bril, door moeder uitgekozen verstandige kleding en een kale kletskop. Hij staat ver af van de sexy vampiersrol uit True Blood waar hij bekend mee is geworden. Als technogenie Anton is Skarsgård sociaal ongemakkelijk, ongeduldig naar mindere IT-goden en slungelig lang. Zo iemand die al heel zijn leven gepest wordt, en gemanipuleerd door mensen die wat van hem willen. Je kijkt geen moment naar Skarsgård en proeft toch de bergen lol waarmee hij dit personage heeft ontwikkeld.

Dat neemt overigens niet weg dat de voltallige cast plezierig is. Jesse Eisenberg pakt met Victor weer een treffende variatie op de rol die hij bijna altijd speelt: net iets te veel zelfvertrouwen, maar verre van onkwetsbaar. En door een lichamelijke kwaal is Victor nog kwetsbaarder dan zijn andere rollen. Ook Salma Hayek, die we te weinig nog in Amerikaanse films zien, heeft als ex-bazin Torres fijn materiaal om mee te werken. Ze vult die aan met haar meer dan solide gave om een sterke vrouw neer te zetten. Michael Mando, zo’n bekende televisiekop uit Better Call Saul en Orphan Black, ondersteunt de boel lekker. En helemaal verrassend om te zien is de Belg Johan Heldenbergh: deze keer geen religiehater zoals in The Broken Circle Breakdown, maar juist een mild gemanierde Amish landbezitter met een allergie voor bekabeling.

De film wordt op drie momenten opgesierd door visuele vondsten. Het zijn overgangen die op een originele manier het hele kleine met het hele grote versmelten. Voorbeeld: een auto rijdt door een zanderig landschap, de camera trekt terug en de auto krimpt tot iets minuscuuls. Dan zien we dat het omringende zand eigenlijk maar een hoopje ondergrond is waar zich nu een nieuwe scène gaat afspelen. Visueel is dat prettig. Maar helaas, het krijgt geen betekenis. En het is een trucje dat even komt en gaat, soms zelfs bijna voorbij is voordat je het opmerkt. Dat terwijl het gebruik van zulke sterke overgangen met meer doelmatigheid de hele film een stijl had kunnen geven.

Daar ligt dan ook de crux: stijl ontbreekt een beetje. The Hummingbird Project is gewoontjes. De originaliteit zit in het onderwerp, maar veel te weinig in de uitvoering. Die sprankeling, waardoor het wat meer gaat leven en memorabel wordt, mist. Daarmee was het niet alleen inhoudelijk een film van zijn tijd geweest, maar in zijn geheel. Op het eerder genoemde The Big Short valt genoeg aan te merken, maar tijdig is hij zeker. Memorabel ook. Nog een beter voorbeeld van een stijlvolle, spannende film over eentjes en nulletjes is The Social Network. Nu, bij The Hummingbird Project, is het de vraag of er veel meer lang gaat bijblijven dan alleen die waanzinnig goede rol van Skarsgård. Maar dat het Nguyen is gelukt om een vrij geslaagde thriller af te leveren die zich niet eens op de beursvloer afspeelt, maar eerder op de IT-afdeling daarvan, is eigenlijk wel een prestatie op zich.

Vind ons: