
The Aftermath
Wat doet het met je als alles in je directe omgeving je herinnert aan een onverwerkt leed? Deze vraag met gevoelswaarde is het vertrekpunt van The Aftermath, een belegen Britse productie die het in de promotie waarschijnlijk vooral moet hebben van haar affiche. Ook de aanwezigheid van Keira Knightley kan echter niet voorkomen dat plotlijnen en personages sneuvelen op de snijtafel. Voorbij de nuance rest een schetsmatig drama.
Het drietal samenwerkende scenaristen (waaronder Rhidian Brook, de auteur van de gelijknamige roman) heeft niet al te veel pennenstreken nodig om de wrok te schetsen die de Britse Rachael Morgan (Knightley) in de directe nasleep van de Tweede Wereldoorlog koestert voor de Duitse ander. ‘Bij het bombardement op Dresden zijn meer doden gevallen dan tijdens de gehele luchtoorlog in Engeland’, klinkt het uit de mond van haar (paradoxaal genoeg) dienstdoende echtgenoot Lewis (Jason Clarke). ‘Dat is anders’, luidt het gesmoorde weerwoord. Ondertussen manoeuvreert de truck van het geallieerde echtpaar zich door de ruïnes van het eveneens gebombardeerde Hamburg (juli 1943). Waarom wordt er überhaupt over Dresden gesproken? Zo aan het begin van de film werkt het vluchtige zicht op de vernietiging even banaal als verstikkend.
Er zit iets oneigenlijks in de bedaarde uitspraak van de kolonel, die beslecht is met de taak te assisteren in de wederopbouw van de stad. Ze past eerder bij een historicus die statistieken vergelijkt dan bij een militair die de brokstukken zelf bijeenraapt. Niet dat er anno 1946 al enig betrouwbaar overzicht was van daadwerkelijke dodentallen; pas een grove tien jaar terug concludeerde een commissie van historici dat het aantal slachtoffers van het bombardement op Dresden tussen de 18.000 en de 25.000 heeft gelegen. Een zeer genuanceerd beeld als je beseft dat de inschattingen in het verleden tussen de 35.000 en 500.000 fluctueerden (klik hier en hier voor berichtgeving in Duitse respectievelijk Britse media).
Wie zijn besef van leed en (on)recht op dit soort discussies baseert, gaat de gevoelswereld van de rouwende Rachael in ieder geval nooit begrijpen. Voor haar geestesoog ziet zij enkel haar zoon, die het leven liet bij één van de Duitse bombardementen op Londen. Dat ene kind telt zo nodig voor miljoenen. Later leren we dat Lewis het verlies van zijn zoon op een andere manier verwerkte. Het heeft een kloof gecreëerd die aan het begin van The Aftermath al niet meer te dichten is. Het verhaal in het verhaal is hier een nasleep in een nasleep; de ontwikkelingen in de loop van de film worden belast door een continu sluimerende onvermijdelijkheid.

Kort na de beladen aankomst van Rachael arriveren de Morgans bij hun nieuwe onderkomen: het rijkelijk ingerichte buitenhuis van de eclectische architect Stephan Lubert (Alexander Skarsgård). Het is geen toeval dat er al vrij snel over ‘woonzones’ gesproken wordt. In deze opzichtige microkosmos van de naoorlogse status quo vertalen de winnaars hun onderhandelingspositie naar eigendomsrecht. Na fel beraad – opnieuw schennis tussen Lewis en zijn echtgenote – mogen Stephan en zijn tienerdochter Freda (Flora Thiemann) op de zolder van hun eigen huis blijven wonen. In de woonkamer vertelt een kale plek aan de wand haar eigen verhaal. Daar waar eens de Führer hing, huizen nu de geesten van Rachaels herinneringen.
Al snel wordt duidelijk dat Lubert ook iemand verloor. Dat gegeven heeft op zichzelf genoeg dramatische potentie, ware het niet dat de verplichte toenadering tussen Rachael en de man die ze initieel nog zo minacht even kunstmatig aanvoelt als de keurig in drieën opgedeelde filmposter. De Britse regisseur James Kent (eerder verantwoordelijk voor het oerdegelijke Testament of Youth, over schrijfster en pacifiste Vera Brittain) slaagt er niet in de slappe en pijnlijk voorspelbare wendingen in het scenario bij te sturen met zijn acteursregie.

Positieve uitzondering is Jason Clarke, de spaarzame ziel in The Aftermath wiens spel op momenten nog iets aan de verbeelding overlaat. Zijn compassie voor de eveneens in het hart getroffen Duitse gemeenschap laat zich beter begrijpen wanneer je zicht hebt op de bron van het romanpersonage: de vader van Rhidian Brook leefde kort na de oorlog daadwerkelijk vijf jaar samen met een Duitse familie. Het zijn dit soort achtergronden die sturing bieden in een film die zich vrij gemakzuchtig toespitst op vlakke intriges. In dat opzicht doet The Aftermath sterk denken aan het vrij recente The Promise (2016), een andere arthouse-lite uitvoering van romantiek tegen oorlogsdecor. Ook daar kiezen de makers voor schematische plotlijnen in een context die juist vraagt om aan uitdieping en ambiguïteit. Voor een van de meest invoelbaar geacteerde scènes moet je de ridicuul op papier gezette slotnoten jammer genoeg voor lief nemen. Een ‘Nasleep’ met een nare nasmaak.