
Queer Eye or: How I Learned to Stop Worrying and Love Myself
Ik huiverde lang om de Netflix-serie Queer Eye te kijken, omdat de originele Queer Eye for the Straight Eye angsten triggerde over mijn eigen geaardheid en uiterlijk. Maar toch ben ik blij dat ik het gedaan heb.
Ik heb een moeizame verhouding tot de originele Queer Eye for the Straight Guy. Het heeft lang geduurd voor ik in het reine was met mijn geaardheid als homoseksuele man, wat er deels mee te maken had dat een gereformeerde omgeving niet de meest vriendelijke plek is voor een coming-out. De enige homo’s die ik kende zag ik op televisie, in programma’s als Queer Eye for the Straight Guy, en wat ik zag vond ik lastig. Ik was bang dat mensen mij zagen als de Fab Five: flamboyant, over-the-top, luidruchtig. Dat waren geen eigenschappen die aangemoedigd werden op mijn streng-conservatieve middelbare school. Tegenwoordig besef ik dat die angst grotendeels geaard was in geïnternaliseerde homofobie en misogynie: ook mijn flamboyante kanten en over-the-top-eigenschappen zijn kanten van mijn karakter die ik erg waardeer, omdat ik nu op een heel andere manier kijk naar het uiten van mijn geaardheid. Dat het moeilijk is een gezonde eigenwaarde te cultiveren in een omgeving waar deze karaktereigenschappen als inherent negatief worden gezien heeft daar niet aan meegeholpen.
Maar dat ik Queer Eye for the Straight Guy zag als schrikbeeld, iets wat ik hoopte niet te zijn, heeft ermee te maken dat de serie zelf stereotypering deels in de hand werkte: de Fab Five in de oorspronkelijke reeks kregen nergens de kans schakeringen aan te brengen in hun persoonlijkheid, of zich te ontwikkelen tot mensen van vlees en bloed voorbij snedige oneliners, omdat het programma niet over hen ging: het was Queer Eye for the Straight Guy. Homoseksuele stereotypering voor de consumptie van een overwegend heteroseksueel publiek.
De Netflix-revival Queer Eye schrapt niet voor niets die laatste vier woorden. De nieuwe Fab Five krijgen de kans alle facetten van zichzelf te ontplooien, inclusief snedige oneliners en flamboyante kleding, maar dit alles vanuit hun eigen oogpunt. Het gevaar van negatieve stereotypering blijft uit, omdat we de Fab Five ook als personen leren kennen: we krijgen hun achtergronden te horen, hun kameraadschap te zien, hun pijn, hun humor, hun zwaktes. Het is veelbetekenend dat achter Tans mode-adviezen hier en daar een grote dosis onzekerheid over zijn eigen uiterlijk schuilt, en dat dit ook erkend wordt. Het is mooi om te zien dat Karamo en Bobby Brown beiden de kans krijgen om te zeggen dat ze zich niet altijd veilig voelen bij de mensen wiens levens ze onder handen nemen: Karamo die als zwarte man doelwit is van een prank van een politieagent (de collega van de hoofdpersoon in die aflevering), en duidelijk laat weten hoe machteloos hij zich daarbij voelde; Bobby die zijn frustratie rondom religie kenbaar mag maken aan de christelijke hoofdpersonen, door de afwijzing die hij heeft ervaren in zijn kerk vanwege zijn geaardheid.
De nieuwe Queer Eye is meer een gesprek. Tussen de Fab Five en hun subjecten, maar ook een gesprek over geaardheid en identiteit in het algemeen. Zo neemt men in de serie niet alleen meer cisgender-heteromannen onder handen, maar ook een homoseksuele man, een cisvrouw en een transman. Daarmee wordt ook erkend dat modebewustzijn en uiterlijke verzorging niet specifiek een homoseksuele aangelegenheid is. Een van de dingen die ik als tiener lastig vond rondom het originele Queer Eye for The Straight Guy, is dat ik wist dat ik zelf niet de meest modebewuste of verzorgde man was, en dat mijn lichaamsbouw (extreem lang, klein buikje, overtollig lichaamshaar) buiten de norm viel. Ik voelde me afgewezen door de christelijke gemeenschap, maar voelde me ook niet welkom in de homogemeenschap, daar de televisie het beeld gaf dat je geen écht onderdeel was van de community als je niet een wasbordje had, een zonnebankbruine teint, een fonkelwit gebit en het geld om de nieuwste kleding van de duurste merken te kopen. Ik leerde later, toen ik in aanraking kwam met andere homo’s, dat dit stereotype een vorm van geïnternaliseerde homofobie was. Maar met het beperkte beeld dat de televisie had gegeven en het feit dat ik in mijn omgeving niet in aanraking was gekomen met andere voorbeelden, was het onkruid al gezaaid. En het onkruid woekert soms nog steeds, wanneer ik mezelf er op betrap dat ik mezelf verfoei vanwege mijn uiterlijk, of als ik me soms schaam wanneer mijn dictie ‘vrouwelijk’ overkomt. Misogynie en homofobie slaan diepe wonden, zeker als er sprake is van zelfkastijding.
Gelukkig wordt in de nieuwe Queer Eye, dankzij de diversere identiteiten van de cast, niet meer de suggestie gewekt dat homomannen allemaal de wijsheid in pacht hebben over zelfzorg, en cisgender-heteromannen allemaal slonzen zijn zonder die kennis. Iedereen kan soms een duwtje in de rug gebruiken. En het mooie is dat de adviezen van de Fab Five niet agressief zijn: ook hier is weer sprake van een gesprek. De adviezen bevinden zich altijd binnen de comfortzone van de subjecten: de kledingadviezen vallen altijd binnen hun smaak qua kleur en stijl; de grooming-adviezen zijn altijd op gezichtshaar, huidtype, levensstijl en dagschema aangepast; de recepten zijn niet te moeilijk voor mensen die nog geen ei kunnen bakken. En doordat men altijd in gesprek gaat met de mensen wiens levens onder handen worden genomen ontstaat er ook een band tussen de Fab Five en deze mensen. Een gesprek dat in de originele serie niet echt prominent naar voren kwam, omdat daar de oneliners en makeovers belangrijker werden geacht. De nieuwe Queer Eye gaat juist voornamelijk over die dialoog, waarbij we ook een rijke schakering aan persoonlijkheden langs zien komen.
Kijken naar Queer Eye voelt voor mij ook als een dialoog: met mezelf, waarbij ik steeds meer in het reine kom met wie ik ben, ondanks een zelfhaat rond mijn geaardheid en uiterlijk die er al vroeg ingebakken was. Sommige adviezen uit de serie negeer ik of leg ik naast me neer (ik vind nog steeds dat Queer Eye te weinig rekening houdt met de invloed van geestelijke gezondheid op iemands zelfzorg en leefomgeving). Maar andere tips heb ik geïncorporeerd in mijn leven (ik gebruik sinds kort sporadisch moisturizer, en ik heb ook al eens een french tuck geprobeerd). Ik leer te genieten van zaken die ik vroeger eng vond.
Een man als Jonathan Van Ness laat me zien dat flamboyant en over-the-top zijn niets is om je voor te schamen, dat deze eigenschappen niet inherent stereotyperend zijn en dat het omarmen van al je eigenschappen een groot goed is. Ik wil zoals Jonathan Van Ness zijn, iets wat ik tien jaar geleden niet over mezelf had durven zeggen. Soms is de nadruk op looks nog best confronterend, zolang ik nog werk aan mijn eigen zelfbeeld. Maar de spiegel die Queer Eye me voorhoudt is er één waarin ik mezelf mag zien zoals ik ben, met zaken waar ik nog aan moet werken (uiterlijk en innerlijk), maar waarin ik ook aspecten zie die ik erg mooi en leuk vind aan mezelf. Zoals het feit dat ik soms wat over-the-top, flamboyant en luidruchtig kan zijn.