
Previously Unreleased: First Reformed
In het kader van Previously Unreleased, de samenwerking tussen EYE, De Filmhallen en andere arthouse-theaters waarbij niet eerder in Nederland uitgebrachte films nu eindelijk vertoond worden, draait First Reformed, de nieuwste film van Paul Schrader.
Het is de eerste keer in tientallen jaren dat een Schrader-film überhaupt de cinefielen weer doet opkijken, na (interessante) mislukkingen als The Canyons (2013), vergeten films als Adam Resurrected (2008) en direct-to-video-flops als Dominion: Prequel to the Exorcist (2005) en Dying of the Light (2014). Het enige wat hij daarvoor hoefde te doen is terug te keren naar zijn roots, op twee verschillende manieren. Voor First Reformed liet Schrader zich inspireren door Diary of a Countrypriest (1951) van Robert Bresson en door de films van Carl Theodor Dreyer, waarover Schrader in 1972 schreef in zijn klassieke filmboek Transcendental Style in Film: Ozu, Bresson, Dreyer. De look van First Reformed speelt inderdaad leentjebuur bij voornoemde regisseurs (en ook Tarkovski is in enkele scènes niet ver weg): sterk symmetrische en laag gekadreerde shots, scènes die langer doorspelen dan gebruikelijk, weinig cuts in de montage. Het effect is dat First Reformed de contemplatieve toon heeft van deze filmmakers, passend gezien de religieuze thema’s van de film.
Want Schrader keert ook terug naar zijn roots door de film te situeren in het soort kerkelijke gemeente waar hij opgroeide, vergelijkbaar met de Nederlandse Gereformeerde Gemeente. De hoofdpersoon is een dominee van een klein kerkje, genaamd Toller (een ziekjes ogende Ethan Hawke). De enige mensen die nog in de banken zitten, en dat zijn een man of tien, zijn die-hards, zoals Schraders vader ook ooit was. Een van die die-hards is Michael (Phillip Ettinger), een radicaliserende milieu-activist. Michaels vrouw, Mary (Amanda Seyfried) vraagt dominee Toller een oogje in het zeil te houden, en Toller raakt steeds meer geobsedeerd door de boodschap van Michael: de aarde is verdoemd, en iemand moet de aandacht trekken, misschien wel met geweld.
De obsessieve tendensen van de personages, en de neerwaartse spiraal richting geweld doen ook denken aan Taxi Driver. Schraders favoriete (en beste) personages zijn (religieus) radicalen: Travis Bickle, Yukio Mishima in Mishima: A Life in Four Chapters (1985), zelfs Jezus in The Last Temptation of Christ (1988) heeft radicale tendensen. In een exclusief interview dat ik met hem had na de vertoning van First Reformed op het IFFR (volledig te lezen in Schokkend Nieuws #132) vertelde hij me dat Tollers sprong in de wereld van radicaal milieu-activisme niet zozeer een grote verandering is voor het personage. Hij ziet al radicale, zelfs strijdlustige tendensen in het Gereformeerde geloof, en Toller is een man die al zelfdestructief gedrag vertoont lang voordat hij een nieuw doel vindt dat zijn middelen heiligt. De personages in First Reformed zien geen hoop meer voor de toekomst, en verliezen zich in dogma’s, rituelen en geweld om het (voor hun) onvermijdelijke eind proberen uit te stellen.
Probeert Schrader zijn sterfelijkheid als regisseur te bezweren door terug te keren naar zijn eigen dogma’s, de transcendentale stijl waarover hij een boekwerk schreef en de religie uit zijn jeugd? First Reformed is inderdaad zijn sterkste film sinds pakweg Affliction (1997), maar dat is juist niet vanwege het stoelen op oud succes. De film liet de kijkers op het International Film Festival Rotterdam verbouwereerd achter, juist omdat Schrader in de laatste paar scènes alle verwachtingen compleet omgooit. Hij breekt daarmee met enkele (ongeschreven) regels van het scenaristenhandboek, en bij een mindere regisseur of schrijver, of een debutant, zou dat overkomen als onkunde. Maar in de handen van Schrader, scenarist van Taxi Driver, Obsession (1976), Hardcore (1979), Raging Bull (1980), The Mosquito Coast (1986); Paul Schader, de man wiens naam in talloze top tiens van beste scenaristen ooit staat; Paul Schrader, die een klassiek boek heeft geschreven over hoe je religieuze en filosofische metaforen overbrengt via stijl, in dié handen weet je dat dit bewust is.
Het lijkt bijna een terroristische aanslag, de manier waarop Schrader aan het einde alle regels der conventie aan zijn laars lapt. Maar het breekt de film open. Het is bijna alsof Schrader hiermee een antwoord wil geven op de vragen die zijn personages hebben. Ze zien geen toekomst, en de stijlbreuk van Schrader tilt hun vragen over die toekomst over de aftiteling heen. Hij legt de vraag bij de kijker neer. Doordat de toekomst van de aarde en Tollers effect daarop in het ongewisse blijft is het aan de kijker om te beslissen wat we doen met de vragen, problemen en worstelingen in de film. Is de aarde verdoemd? En als het nog niet te laat is, wat doen we om het tij te keren? Het lijkt alsof Schrader de poten onder de stoel van de kijker, en zijn eigen film, weg zaagt. Maar hij activeert ons daardoor juist op te staan. Op een kapotte stoel kun je immers niet zitten.
Het semi-open einde van de film vraagt om ons activisme, vermoedelijk zonder radicalisme. De personages schipperen tussen religieus ritueel en allesvernietigend radicalisme, en ook Schrader manoeuvreert tussen filmische dogma’s en het wegmieteren van het regelboekje. Maar waar de mensen in First Reformed weinig effect lijken te bereiken met hun gewelddadige doemdenken, daar levert Schraders vurige passie een meesterwerk op, en wat mij betreft de beste film die dit jaar de bioscopen toch nog haalde.