
November
In de merkwaardige kosmologie van November kan de pest de vorm aannemen van een mooie vrouw en komt roestig gereedschap tot leven na een pact met de duivel. Maar net als in onze werkelijkheid is er geen kuur voor een gebroken hart.
November is een bewerking van het gelijknamige boek van de Estse schrijver Andrus Kivirähk en speelt zich af in een wrede sprookjeswereld. Regisseur Rainer Sarnet filmt het in onwerkelijk zwart-wit. In de openingsscène rent een wolf door een bos in een sneeuwlandschap dat aan de schilderijen van Pieter Breughel doet denken. Opeens verplaatst een vreemd mechanisch gedrocht zich moeizaam naar een koe. Het is een kratt: een rommelige verzameling gereedschappen voorzien van een dierenschedel die tot leven is gekomen. Het ding sleurt de koe met zich mee. In zijn schokkerige motoriek doet deze machine denken aan de stop-motion animaties van Jan Švankmajer die in zijn surrealistische films alledaagse objecten tot leven wekt.
In November zijn kratts de schrale troost voor arme boeren die leven in krotten. Door middel van een afspraak met de duivel kunnen ze gebruik maken van deze vreemde knechten die het vuile werk op mogen knappen, maar vaak ook opstandig zijn. Van deze merkwaardige premisse verschuift het perspectief al snel naar de eenzame Liina (Rea Lest) die met haar vader in een hut woont. Later ziet zij op Allerzielen haar dode moeder in een wit gewaad en spreekt zij haar aan. Deze mooie geest staat in schril contrast met de in het zwart geklede Liina. Haar gezicht vies van het werken. Haar toekomst uitzichtloos. De doden hebben het beter voor elkaar dan de levenden.
November vergt enige bereidheid van de kijker om op te gaan in een wereld die vreemd is. Je eerste confrontatie met de bizarre logica van dit universum kan onwennig zijn. Hoe zit het nou precies met de duivel die op een kruispunt in de bossen staat te wachten? Wat voor vreemd advies geven die heksen nou aan Liina? En hoe kan het nu dat de pest de gedaante kan aannemen van een mens of een dier? Het helpt misschien als je als kind duistere sprookjes hebt meegekregen voor het slapen gaan. November is ook schatplichtig aan volksverhalen die in afgelegen en verarmde streken mondeling zijn overgeleverd. Van trucjes om lucifer te slim af te zijn tot de vieze receptuur (zweet en ontlasting) voor een ongewone liefdesdrank. In deze mistroostige fabel is er gelukkig ook ruimte voor groteske humor.
Wat spaarzame historische details zorgen voor een link naar onze werkelijkheid. Het zijn de Esten die in armoede leven terwijl de Duitse adel in een riant kasteel verblijft. De Letten komen er als buren ook niet goed vanaf. Idioten zijn het die met hun aars praten! De regio is in de geschiedenis geteisterd door oorlogen en landjepik door grotere mogendheden. De arme boeren zal het allemaal een worst wezen. Ze eten boomschors en modder en met hun boerenverstand proberen ze te overleven.
Filmisch blijft Sarnet dicht bij huis en put hij uit een rijke traditie van Oost-Europese fantastische cinema met een historisch tintje. Uit het voormalige Tsjecho-Slowakije zijn er de films Marketa Lazarová (Frantisek Vlácil) en Witchhammer (Otakar Vávra), en het oeuvre van de eerdergenoemde Švankmajer. Bepaalde shots zouden niet mistaan in Andrei Tarkovki’s Andrei Rublev of Aleksey Jurevitsj Germans Hard to be a God. Je zou ook verder terug kunnen gaan naar de zwijgende film en klassiekers zoals Murnau’s Nosferatu, eine Symphonie des Grauens en Dreyers Vampyr.
Misschien denk je na dit alles dat November alleen maar mooi is om naar te kijken. Het knappe is dat Sarnet de film nog een hart meegeeft in de vorm van de melancholieke Liina. Zij valt als een blok op de jonge boer Hans. Helaas heeft hij zijn zinnen gezet op de dochter van de Duitse edelman: een beeldschone jonkvrouw die slaapwandelt en die Liina natuurlijk stinkend jaloers maakt. Liina’s onbeantwoorde liefde en haar wanhopige pogingen om Hans voor zich te winnen vormen de rode draad in November’s universum. Het levert wat prachtige scènes op. Liefdesverdriet houdt nu eenmaal van ijzige koude landschappen gehuld in sneeuw en koele meren des doods. De weemoed wordt ook nog eens versterkt door de poëtische woorden van een sneeuwpop die tot leven is gekomen en de eeuwige wijsheid van water deelt met een verliefde Hans. Zo verschijnen de grachten van Venetië opeens in het grauwe Estse landschap.
Er is nog ruimte voor schoonheid in deze troosteloze wereld van honger, pestilentie en armoe. Niet dat je daar wat aan hebt. Een oude tang kraamt uit dat schoonheid de maag niet vult. Zo is het! Leven is lijden ook in een wereld van vieze ouwe heksen, onbereikbare jonkvrouwen en satan die lijkt op een verlopen death metal-zanger. Je ziet het allemaal in deze bijzondere film die in gelijke mate betovert en verrast.