Notti Magiche

Op energieke wijze dompelt Notti Magiche ons onder in de vergane glorie van de Italiaanse filmindustrie in 1990. De flamboyante personages die deze plek bevolken maken de begoocheling uitbundig, maar hun leegte geeft ook af op de film zelf.

Drie jonge aspirant scenaristen komen naar Rome dankzij een nominatie voor een scenarioprijs. Ze sluiten al snel een vriendschap terwijl ze succes proberen te behalen in een filmwereldje waar geen plek meer lijkt te zijn voor artistieke oprechtheid. De Siciliaanse intellectueel Antonino, de losbandige Toscaan Luciano en de neurotische Eugenia als rijkeluiskindje lijken elkaar aan te vullen ondanks scherpe tegenstellingen. Ze verhalen op het politiebureau in flashback over de stormachtige maand die ze meemaakten. De huichelachtige producent Leandro Saponaro is namelijk die nacht om het leven gekomen. En de jonge talenten zijn de hoofdverdachten aangezien zij voor het laatst met hem gezien zijn.

De rappe beelden komen en gaan net zo vlug als de carrière van de drie. Regisseur Paolo Virzì (Il capitale umano) kiest geen moment voor stilte en bezinning, passend bij de overdadigheid van dit instituut in teloorgang. Ondertussen is iedereen gekluisterd aan de buis voor het WK voetbal, nog zo’n waan van de dag. De van hot naar her-choreografie zorgt hierbij voor een constant dartelende ritmiek in de composities. Met een montage op het scherpst van de snede komt naar voren hoe meevaren op de wateren van deze industrie neerkomt op voortgeblazen worden door een wervelwind.

In deze wereld is alleen plaats voor flamboyante personages die balanceren op het randje van cynisme. Bij tijd en wijle puilt het scherm welhaast uit met druk typende ghostwriters om de ene na de andere aflevering geheel volgens de opportunistische opdracht van een producent op te leveren. Terwijl de vaart der filmers erin blijft zitten, lijkt uit velen van hen een levensmoeheid te spreken die verdrinkt in alle uitspattingen. Notti Magiche komt zo welhaast over als een versie van Fellini à la Roma in sneltreinvaart, gespeend van sentimentaliteit.

De extravagantie versus de uiteenlopende reacties van de drie talenten werkt geestig door. Met name Giancarlo Giannini als de onbetrouwbare producent Saponaro biedt meeslepend tegengas. Met zijn overdreven clichématige bimbovriendin vermengt hij op aanstekelijke wijze het zakelijke instinct met artistiek verval, als hij Antonino’s scenario tot pulp wil omtoveren. De financiële trucage die tot zijn laatste avondmaal leidt is een tweede geestig obstakel voor de goedgelovige intellectueel. Het staat in contrast met Eugenia’s tragiek, die de film van een diepere laag tracht te voorzien.

Maar net als met de onnodige kadering van het scenario rond de overhoring plus coda voorkomt het niet dat de film net zo leeg aanvoelt als de nachten waar hij over vertelt. Voor een plek waar de verwondering zo’n grote rol zou kunnen spelen, gaat Virzì dikwijls voor het inmiddels afgezaagde kleurenschema van blauw-groen en oranje. Deze goedkope manier om een gloedvolle nacht over te brengen is hier een oppervlakkig teken om een betekenis van betovering op te leggen. Daarnaast is het idee van cynische showbusiness getekend door een hedonistische leegheid op zichzelf een idee waarin de diepgang ontbreekt. Niet geheel toevallig noemt Luciano La Dolce Vita bij naam, een film die de onderliggende ennui van de showwereld krachtig overbracht. Bij Notti Magiche komt de ennui daarentegen vooral doordat er buiten de vlotte carrièresprongen om niets is.

Vind ons: