Ma
Ik weet niet aan wie het precies ligt. Misschien aan Taylor Tate die na het licht subversieve The Help en het onvolprezen Get on Up het tijd vond voor wat anders. Of aan de scenarist Scott Landes die het DSM-5 handboek erop na heeft geslagen en niet kon kiezen tussen alle psychische stoornissen. Hoe het ook zij, Ma is een bombastisch ingezette horrorfilm met weinig vertrouwen in de ambities of intellectuele capaciteiten van het publiek, die na veel gesputter flauwtjes uiteenvalt.
De film begint met de komst van tiener Maggie (Diana Silvers) en haar moeder Erica (Juliette Lewis) in het stadje waar Erica is opgegroeid. Erica staat er alleen voor en werkt lange uren in een casino, dus heeft Maggie de tijd om samen met haar nieuwe vriendengroep te roken, drinken en een plek te vinden waar dit allemaal zonder toezicht kan gebeuren. Op zoek naar een volwassene die alcohol voor hen wil kopen lopen ze Sue Ann en haar hondje tegen het lijf. Sue Ann is een vrouw van middelbare leeftijd die onopvallend door het leven schuifelt als dierenarts-assistente en hen uit bezorgdheid een plekje in haar kelder aanbiedt om in te feesten. De enige regel is dat ze nooit naar boven mogen gaan, haar huis in. En dat ze haar ‘Ma’ moeten noemen. Allemaal prima natuurlijk, en binnen de kortste keren is de kelder in het afgelegen huis van Ma het officiële buurthuis voor verveelde tieners.

In het eerste gedeelte van de film is het lang wachten op het ware gezicht van Ma, en als het eenmaal zo ver is, duurt het veel te lang voor er een eind aan komt. De tieners zijn zonder uitzondering net zo effen als onopvallend en de volwassenen (Juliette Lewis, Missi Pyle, Luke Evans en anderen) krijgen te weinig materiaal om hun tanden in te zetten. Alleen Octavia Spencer als Ma krijgt alle ruimte om haar capaciteiten te etaleren. Er is veel aandacht voor het opbouwen van de juiste spanning en de onschuld en naïviteit van de tieners te benadrukken. Conform de traditie weet iedereen behalve de tieners zelf dat het geen goed idee is om terug te keren naar het huis van Ma. En toch maken Maggie, haar vrienden en hun ouders totaal ongeloofwaardige keuzes die de stupiditeit van het script uitvergroten. Tegen de tijd dat het bloedvergieten van de laatste scene eindelijk aanbreekt is alle rek er uit. Daar kan zelfs het weergaloos genuanceerde spel van Spencer niet tegenop.
Landes heeft ervoor gekozen om Ma een menselijk tintje te geven middels flashbacks die gedurende de hele film meer licht werpen op de oorsprong van haar trauma’s. Ze is zowel dader als slachtoffer. Alleen maakt een vernederende seksuele ervaring nog geen moordenaar annex psychopaat annex Münchhausen by proxy-lijder en kleptomaan. Ma is dit allemaal en nog veel meer. Je kunt veel beter opnoemen wat ze niet is of heeft, en dat is een leven met vrienden en een partner. De enige momenten dat de film emotioneel wél werkt is als haar verdriet en eenzaamheid zichtbaar worden gemaakt, en de vraag wordt gesteld wie er nu precies het mens en het monster is.

Maar Landes is geen Shelley en heeft weinig interesse in het stellen van ethische, laat staan sociaal-economische vragen. En dus wordt er geen woord vuil gemaakt aan de huidskleur van Ma, op een goedkope verwijzing naar whiteface en wat Afrikaanse maskers na. Hier en daar wordt er met referenties gestrooid die moeten wijzen op een innerlijke logica, of zelfs een zweem van diepgang zouden moeten genereren, maar het heeft het tegenovergestelde effect. Het horrorproductiehuis Blumhouse heeft na Get Out nogmaals willen cashen, en wekt de suggestie opnieuw een zelfbewuste film uit de mouw te hebben geschud. Maar Ma is te voorspelbaar om te kunnen vermaken, en te lui om reflectie op te roepen.