
Living the Light – Robby Müller
Living the Light – Robby Müller laat ons de brille van de beroemde cinematograaf zien door middel van beelden uit klassieke films, interviews met collega’s, maar vooral ook door zijn uitgebreide persoonlijke archief.
De eerste beelden die we zien zijn Müllers handen die heen en weer bewegen terwijl het licht in bundels door zijn tengere vingers valt. Het beeld vat, net als de titel, de kracht van Robby Müller samen in dat ene gegeven: de man speelde met licht zoals geen ander dat kon. In de anderhalf uur die Living the Light duurt wordt dit gegeven constant onderstreept.
Regisseur Claire Pijman, zelf ook cinematograaf, kreeg toegang tot de archieven van Müller, bestaande uit talloze 8mm-beelden, kijkjes achter de schermen, videodagboekfragmenten, polaroid-foto’s en meer. Veel van de beelden bevatten al de ruwe materie van wat zijn werk voor regisseurs als Wim Wenders, Jim Jarmusch, Lars von Trier en meer grote namen zo ontzettend goed maakte.
De manier waarop zijn camera laat glijden over schaduwpartijen, tegenlicht en lichtbrekingen op het water is ook te zien in het vele materiaal dat Müller tussen de bedrijven door schoot op de sets. Pijman laat de geïnterviewden in de film, zoals Agnès Godard, Jim Jarmusch, Steve McQueen en Wim Wenders, vaak typeren wat bijzonder is aan de dagboekbeelden die we op dat moment zien, en doorsnijdt dit met vergelijkbare beelden uit zijn oeuvre. Daardoor ontstaat het idee dat er niet zoveel verschil zit tussen de manier waarop Müller zijn alledaagse leven gadesloeg en de manier waarop hij de camera bedient voor een miljoenenproductie. Müller is een meester in het snel anticiperen en aanpassen op kleine veranderingen in omgeving, licht en acteerwerk. Daardoor hebben zijn grote films dezelfde frisse kwaliteit als de probeersels die een groot gedeelte van de film beslaan.
Als Living the Light één groot euvel heeft, is dat veel van de getoonde filmfragmenten komen uit de films van geïnterviewden Jim Jarmusch, Wim Wenders en Lars von Trier, terwijl zijn oeuvre ook bestond uit kleinere, interessantere films die meer aandacht verdienen. Gelukkig bespreekt Jarmusch daar een paar van, als groot bewonderaar. Voor cinefielen is het ook leuk om een stuntelige voicemail te horen van David Lynch die zijn excuses maakt voor het huren van een andere cinematograaf voor het nooit gemaakte project Ronnie Rocket.
Toch is het jammer dat we van Müllers werk vooral de samenwerkingen zien met de drie arthouselievelingen; beelden die eerder ook de focus waren van de expositie in filmmuseum EYE en die voor menig cinefiel al bekend zullen zijn. Toch helpt de hercontextualisering van dit werk als aanvulling op zijn persoonlijke archief goed: beelden uit Alice in den Städten krijgen opeens een andere betekenis wanneer ze worden doorsneden met Müllers eigen observaties van New York.
Vergelijk het met het kijken naar de potloodschetsen van Leonardo da Vinci of Michelangelo. Ze zijn niet zo bekend als het grote schilderwerk, maar zijn overduidelijk wel afkomstig van dezelfde geniale kunstenaar, en hebben in hun ruwere vorm een eigen charme en kracht. Living the Light nodigt vooral ook uit opnieuw in het oeuvre van Müller te duiken en te kijken of er andere momenten te ontdekken zijn in zijn werk die een echo laten horen van de persoonlijke schetsen. En doordat er slechts gehint wordt naar de volle breedte van zijn oeuvre ontstaat ook de wens om dieper in het werk te duiken, op zoek naar meer geïnspireerde momenten van deze meestercinematograaf. Daarmee bereikt de film een vergelijkbaar effect als het retrospectief in EYE, of het mooie recente artikel hier op Cine van Elise van Dam: een heerlijk voorproefje dat naar meer smaakt en oproept tot een bingewatch-sessie.