IFFR 2023 Postcard: Kinderen

Uiteraard is Cine er weer bij, deze 52e editie van het Internationaal Film Festival Rotterdam. Een editie die op z’n zachtst gezegd een roerige aanloop kende, maar voor nu focussen we ons weer op de films. Met in deze postcard een aantal films over jonge kinderen in situaties die hun leeftijd eigenlijk te boven gaan. 

 

Iraanse cinema heeft een lange traditie van films over kinderen. Een verkapte manier om iets te kunnen zeggen over de restricties en problemen binnen de samenleving zonder het meteen met censoren aan de stok te krijgen. Het mooie Numb speelt zich af op een kleuterschool, de enige fase in het Iraanse onderwijssysteem die jongens en meisjes samen doorlopen. Daarna worden ze strikt gescheiden. Waarmee de omgang tussen man en vrouw al vanaf zeer jonge leeftijd iets onvanzelfsprekends wordt. Met alle gevolgen van dien.

Op subtiele wijze laat regisseur Amir Toodehroosta die gevolgen doorschemeren in het bestaan van de introverte Roham, die nog veel te jong is om de implicaties te bevatten van wat hij allemaal observeert. Zoals de blauwe plekken op de armen van zijn klasgenootje. En dan zijn er nog de lessen van een geestelijke, die van mening is dat je kinderen op zeer jonge leeftijd religie aan moet leren, zodat ‘onnatuurlijke ideeën’ niet kunnen postvatten. Visueel zit de film van Toodehroosta vol interessante en mooie vondsten waarin perspectief en maskers een grote rol spelen en laten zien hoe de blik op de wereld van deze jonge kinderen al zo vroeg wordt ingekapseld en verhuld.

Films over kinderen die op zichzelf worden aangewezen zijn er in overvloed. In de Portugese film A primeira idade zijn volwassenen niet verstrooid of nalatig, maar gewoon compleet afwezig. De kinderen leven in een commune op een afgelegen eiland, zelfvoorzienend en toegewijd aan hun jeugd. Communiceren doen ze via gebarentaal. Elk jaar neemt het oudste kind het pad door de bossen om zichzelf aan de andere kant van het eiland van een klif af te werpen.

Regisseur Alexander David creëert zijn bizarre universum trefzeker. Een bestaan als een soort eeuwigdurende verkleedpartij, dat een vervreemdend en soms schurend contrast vormt met de volwassen zaken waar ze zich mee bezig moeten houden om hun voortbestaan te garanderen. De kinderen verbouwen hun eigen eten en kijken op ouderwetse televisies naar Nosferatu en Frankenstein. In de uitwerking van het verhaal blijft David vaag op een manier die de film doet overhellen naar pretentieus en helaas geen recht doet aan de interessante wereld die hij schept.

Ook in Amiko wordt een jong kind geconfronteerd met grote thema’s. Amiko (zeer overtuigend gespeeld door Kana Osawa) is een buitenbeentje. Optimistisch, energiek en, volgens haar klasgenoten, een beetje vreemd. Met haar ouders en broer woont ze in een Japans kuststadje waar weinig gebeurt, tot het noodlot in het gezin toeslaat. Debuterend regisseur Morii Yusukes dompelt de kijker onder in de belevingswereld van Amiko, wat ook betekent dat dat noodlot slechts vage contouren heeft. Want hoewel Amiko wel doorheeft dat er iets aan de hand is, krijgt ze van de volwassenen in haar leven niet het complete verhaal.

Amiko is af en toe springerig in toon, maar dat past perfect bij het grillige karakter van het jonge meisje, dat vaak niet lijkt te weten waar ze met haar energie en gedachtes naartoe moet. Het ene moment komen haar emoties er ongecontroleerd uit, het andere moment slaan ze naar binnen. Haar leeftijdsgenootjes vinden haar maar vreemd, de volwassenen laten haar (vaak niet eens met kwade bedoelingen) aan haar lot over. Dus is het aan Amiko om haar eigen weg te zoeken.

Amiko eindigt met een shot aan zee en dat is hetzelfde in Baba. Ook de thuissituatie van de zesjarige Baba is verre van ideaal. De Keniaanse filmmaker Mbithi Masya schetst aanvankelijk een harmonieus beeld van het gezin, maar laat daar steeds meer verontrustende elementen in naar voren komen. Verbaal en fysiek geweld dat zich als een parasiet door het gezin verspreidt. Om aan die verstikkende situatie te ontsnappen, ‘teleporteert’ Baba zichzelf naar zee. Daar waar het geruis van de golven voor even het rumoer van zijn bestaan verstomt.

Het is een fantasievolle uitwerking van de manier waarop kinderen vaak hun verbeelding gebruiken om de realiteit mee te pareren. Niet zozeer om eraan te ontsnappen overigens. Vaak is het een manier om die realiteit te kunnen plaatsen, er iets begrijpelijks en behapbaars van te maken waarin het slechte een monster is en het goede overwint. En altijd is het juist de realiteit die de verbeelding vormgeeft. En soms is die realiteit zo overweldigend dat het de kinderlijke belevingswereld volledig wegdrukt. Al die facetten komen terug in de documentaire Le spectre de Boko Haram van Cyrielle Raingou.

De film volgt een groepje kinderen in het noorden van Kameroen, dat sinds 2014 leeft onder de constante dreiging van de terreur van Boko Haram. De documentaire laat enerzijds zien hoe die dreiging de kinderen belet volledig kind te zijn. Iets wat sowieso al lastig is in een land waar naar school gaan het geregeld moet afleggen tegen werken op het land of zorgen voor familie. Tegelijk is het een ontroerend portret van de manieren waarop kinderen zelfs in zo’n situatie, waar velen iemand aan het geweld zijn verloren en de op straathoeken militairen patrouilleren, een plek vinden voor hun eigen verhalen, spelletjes en ja, verbeelding.

 

Vind ons: