
IFFR 2023 Postcard: Munch, Clementina & La Sudestada
Na twee jaar in aangepaste vorm vindt het IFFR 2023 weer plaats zoals vanouds, met volle zalen en bevlogen Q&A’s. Binnen het programma valt de experimenteerdrift op. Dat covid nog steeds rondgaat mag de pret niet drukken. De bioscoop blijft in ieder geval gesloten voor hen die nog om hun gezondheid geven, de meest kwetsbaren onder ons voorop. Ondergetekende kon dan ook het aantal mondkapjes, inclusief het zijne, op één hand tellen. Qua toegankelijkheid valt dus nog een wereld te winnen in Rotterdam.
clementina
Net als het IFFR kunnen weinig films de holle frase “leren leven met het virus” van inhoud voorzien. Clementina waagt wel een poging en toont hoe anders deze pandemie had kunnen verlopen qua saamhorigheid. In deze komedie zit de hoofdpersoon vijf episodes lang opgescheept met haar nieuwe vriend tijdens een lockdown.
Een appartement tjokvol bizarre poppen, snerpende muziek, maf sound design à la Jacques Tati’s Mon Oncle (1958) en gekunstelde slapstick geven Clementina nog een rudimentair begin, ook al komt het ritueel van handen ontsmetten koddig over. Maar de film ontwaakt zodra Clementina door omstandigheden in aanraking komt met verschillende werklui. Hoofdrolspeelster (en co-regisseuse) Contanza Feldman maakt de curieuze Clementina aandoenlijk, waardoor de subtiele connecties tussen alle personages resoneren.
munch
In navolging van Peter Watkins’ Edvard Munch (1974) tracht IFFR openingsfilm Munch het leven van de Noorse schilder op eigenzinnige wijze voor te stellen. Regisseur Henrik Martin Dahlsbakken springt van de ene naar de andere tijdslijn met telkens een veranderende stijl. Verrassend is de verplaatsing van een deel van Munchs leven naar een hedendaags Berlijn.
De film slaagt echter niet volledig in deze expressieve en eclectische benadering. Van de duidelijke knipogen naar Duits expressionisme in de psychiatrische inrichting tot Terrence Malick-achtige Instagramplaatjes in Noorwegen voelt de uitvoering te vaak alledaags aan. Daarbij helpt het niet dat veel van de complexiteit van de schilder wordt gereduceerd tot liefdesverdriet. Iets wat de film overigens gemeen heeft met het recente Blonde (2022), dat Marilyn Monroe’s verhaal kapotmaakt met een schlemielige focus op daddy issues.
la sudestada
In de thriller La Sudestada speelt de dans een hoofdrol. Een oudere privédetective krijgt een nieuwe klus waarin hij de ooit gevierde ballerina Elvira Schulz moet volgen. Gaandeweg raakt hij steeds meer in de ban van haar, terwijl hij van binnen probeert vrede te sluiten met het feit dat hij een dagje ouder wordt.
Vakkundig zwiert regieduo Daniel Casabé en Edgardo Dieleke in hun eerste fictiefilm na documentairewerk langs verschillende genres, met associatieve droomscènes en dansuitvoeringen. Zo graaft de film op elegante wijze in het binnenste van de detective. Het spel van de tegen zijn morele scrupules in aandoenlijk overkomende Juan Carlos Carrasco en Katja Alemann als Elvira is innemend, maar toch kunnen de personages zich niet zo vrijelijk uitdrukken als de dansers. Daarvoor voelt de symboliek te vaak als een opgeplakt etiket.

als uw gat maar lacht (If yes, okay)
In de absurdistische komedie Als uw gat maar lacht (If Yes, Okay) toont beeldend kunstenaar Dick Verdult eerder gebrek aan bezieling dan speelsheid. Verwend tienermeisje Amy krijgt van haar puissant rijke ouders de ruimte om met acteurs filmscènes te maken geïnspireerd op Japans kabukitheater. Daarmee probeert ze te rebelleren tegen hun oppervlakkigheid.
Qua Brabantse humor kan deze film niet tippen aan de platvloerse brille van New Kids. Het ene na het andere kabuki-vignet met grappen vol Nederlandse lompheid passeert de revue. De hyperactiviteit duizelt vooral door de krampachtigheid waarmee de humor door de strot wordt geduwd. Amy’s geestdodende opvoeding vormt het slappe excuus voor dit spervuur aan TikTok-stompzinnigheid, waarvoor de charge van gemakzuchtig épater la bourgeoisie nog teveel lof uit.
Füür bränt
De slice of life van het wonderschone Füür brännt komt over als een documentaire. Het lijkt haast alsof regisseur Michael Karrer zijn camera neergooide bij groepjes kinderen, middelbare scholieren en jongvolwassenen tijdens een zomeravond met de vraag of ze zich kunnen gedragen zoals ze normaliter doen.
Als verzameling tableaus doet de film denken aan de alledaagse taferelen van I Comete – A Corsican Summer, vertoond op het IFFR 2021. Karrer weet echter met zijn spaarzame middelen een transcendentaal resultaat te bereiken. Gedegen bouwt de film op van joelende kinderen overdag naar losbandiger taferelen rondom een kampvuur of spelletjes weerwolven aan de tafel in de nacht. De camera observeert van een afstand de frank en vrije manier waarop mensen met elkaar omgaan als men tijdens de zomer alleen van warmte, eten en drinken hoeft te genieten. Füür brännt gloeit van de poëtische saamhorigheid.