
IDFA postcard #3: Microkosmos
Globalisering of niet, uiteindelijk creëert de mens altijd zijn eigen kleine werelden. In elk van de vier documentaires in dit verslag staat zo’n wereldje centraal, een microkosmos waar de buitenwereld soms nauwelijks meer lijkt te bestaan.
In Diving Horses is dat het attractiepark Magic Forest in het noorden van de staat New York. Het is een van de weinige overgebleven parken in z’n soort. Niet opgeslokt door het grote geld, maar draaiend gehouden door een klein leger aan trouwe werknemers. Hoofdattractie van het park is Lightning, een paard dat vanaf een glijbaan in een zwembad springt. Het is het soort attractie dat stamt uit een andere tijd, zoals alles in dit park voelt alsof de tijd stil is blijven staan. De achtbanen en draaimolens doen al minstens vijftig jaar dienst, en ook de medewerkers lopen er vaak al decennia rond.
Wat er echter maar weinig rondloopt in Magic Forest is publiek. Regisseur Camille Grosperrin brengt de leegte van het park met een mengeling van licht absurdisme en melancholie in beeld. De schilferende verf van de achtbaan, de vaalgroene T-shirts van de medewerkers. De met breed glimlachende gezichten beschilderde attracties die in de afwezigheid van vrolijke kinderen plots een soort bevroren grimassen lijken.

Garage People
Een lange rij garages in een valleidorp ergens in het noorden van Rusland vormt het decor voor de tragikomische documentaire Garage People. Van auto’s is geen spoor te bekennen, de garages zijn microkosmosjes waarin de een iconen snijdt uit houdt en een ander oefent met zijn band. Er worden kippen gehouden, er wordt geklust en verzameld. Er wordt wodka gedronken en gediscussieerd over lada’s, de economie en death metal.
Soms betreedt de film een bijna surrealistisch territorium, zoals in de garage van Victor. Die besloot lang geleden om een gat te graven onder zijn garage, dat in de decennia daarna uitgroeide tot een vijf etages diep tunnelstelsel. Nu zit Victor oud en apathisch op de bank en is de garage in het bezit van zijn kleinzoon, die geen idee heeft wat hij aan moet met dat luik en de wereld daaronder. Het is bijzonder hoe regisseur Natalija Yefimkina elk van deze mensen memorabel weet te maken. Of misschien is dat vooral de verdienste van die mensen zelf, die elk hun eigen verhaal zijn achter de felgekleurde garagedeuren.

Bitter Love
We blijven in Rusland met Bitter Love, over een rivierencruise op de Wolga. Jerzy Sladkowski volgt in zijn documentaire een aantal passagiers, veelal singles op leeftijd die hopen tijdens de cruise hun laatste kans op een grote liefde tegen het lijf te lopen. Het levert een aantal heerlijk droogkomische beelden op van zeventigers die als een stel pubers flirtend om elkaar heen draaien. Er is ook een mooie toenadering tussen een vrouw die op het punt staat te scheiden en een man die zijn gebroken hart vertaalt in melancholische liederen. En er is een hilarische verhaallijn rond een stel dat elkaar al twee decennia kent van deze cruise. Zij hoopt nog steeds dat hij haar eens ten huwelijk zal vragen, maar ondertussen ruziet ze met hem over zijn baard.
Het is een interbellum waar deze mensen zich in bevinden. Alsof het leven even op pauze is gezet, zoals een van de opvarenden het omschrijft. En bevrijd van de buitenwereld zijn ze opvallend eerlijk over waar ze staan in hun leven. Ze reflecteren op de keuzes die ze gemaakt hebben en die ze soms op het punt staan te maken. En drinken dan nog maar een wodka.

Green Bank Pastoral
In Green Bank Pastoral volgt Federico Urdaneta een aantal bewoners van het Amerikaanse dorpje Green Bank. Vijf radiotelescopen omgeven deze plek en om die te laten werken is alle elektromagnetische straling uit de omgeving gebannen. Naar deze Quiet Zone, waar laptops en telefoons taboe zijn, vluchtten door de jaren heen mensen met elektrohypersensitiviteit, een aandoening waarbij mensen overgevoelig zijn voor elektrische straling en daar lichamelijk last van ondervinden. De symptomen lopen uiteen van hoofdpijn, tot misselijkheid, huiduitslag en alles daar tussenin.
Urdaneta laat elk oordeel achterwege in zijn verslag van deze bijeengeraapte gemeenschap. Wetenschappelijk is het verband tussen de symptomen van deze mensen en elektromagnetische straling tot nu toe niet gevonden en het maakt dat zij zich niet erkend voelen in hun worsteling. Maar hoe je het ook went of keert is hun aandoening voor hen reëel. Door de bewoners zelf hun verhaal te laten doen, wordt Green Bank Pastoral nooit een film over de al dan niet psychosomatische aard van elektrohypersensitiviteit, maar over de tastbare en ingrijpende impact ervan op deze levens.