Homecoming – seizoen 1

Bestaat er zoiets als heimwee naar paranoia? Een soort nostalgie voor een goede oude tijd waarin je iedereen wantrouwt? Het was een vraag die bij mij opkwam toen ik langzaam verstrengeld raakte in de vertrouwde en vervreemdende wereld van Homecoming: de nieuwe serie van Sam Esmail (Mr. Robot). De beelden en de muziek werkten daarbij als triggers voor oudere samenzweringsthriller.

Homecoming gaat over een geïsoleerde rehabilitatiekliniek voor oorlogsveteranen die in Florida is verstopt tussen de bejaardenresorts. Zoals de naam al ondubbelzinnig prijsgeeft heeft het instituut als doel om de transitie naar thuis te vergemakkelijken. Homecoming is de plek waar de opgebouwde stress en de onverwerkte trauma’s als in een decompressieruimte hun druk en spanning verliezen. Julia Roberts speelt Heidi Bergman die de mannen begeleidt in hun therapie. Ze praat met ze over hun ervaringen aan het front. In dit geval de slagvelden van Irak en Afghanistan waar de VS al jarenlang verwikkeld is in een bloedige strijd. Bergman probeert pijnlijke herinneringen op te wekken en raakt langzaam in de ban van de jonge veteraan Walter Cruz (Stephan James) die vertelt over zijn oorlogstrauma’s.

Dit verhaal wordt gecontrasteerd met het onderzoek van de grijze kantoorslaaf Thomas Carrasco (de ondergewaardeerde bijrollenacteur Shea Whigham) die werkt voor het Ministerie van Defensie. Hij onderzoekt een klacht die is binnengekomen over het centrum en baant zich een moeizame weg door stoffige archieven en mensen die weinig prijsgeven tijdens gesprekken. De serie wisselt steeds tussen het heden (het onderzoek) en het verleden (de therapiesessies) en maakt gebruik van een visueel trucje om die verschillende periodes te verbeelden.

Homecoming heeft een beklemmende stijl waar je op het eerste gezicht je vinger niet helemaal op kunt leggen. Je kunt het misschien het beste omschrijven als hyperrealistisch. Realisme is een complexe term om een manier van filmen mee te duiden want is film niet per definitie kunstmatig en gefabriceerd? Als realisme gebruikt wordt in het beschrijven van een film of serie is het vaak vanuit een sociaal realistische perspectief. Realistisch als in een documentaire over ‘echte mensen’ zoals in de films van de gebroeders Dardenne of Ken Loach.

Maar hyperrealisme is weer een geval apart. Het is misschien wel realistisch maar een gevoel bekruipt je dat het allemaal iets te echt is. De beelden zijn te scherp, de kleuren te fel en contrastrijk, het licht te helder. Bepaalde films maken gebruik van die esthetiek die je ook onder de noemer enhanced realism zou kunnen scharen. De films van de gebroeders Safdie bijvoorbeeld die met Heaven Knows What en Good Time imponeerden. Of Afterschool en Simon Killer van Antonio Campos en Dan Gilroy’s naargeestige Nightcrawler.

Homecoming deelt die esthetiek maar de latente spanning van het schijnbaar vertrouwde en alledaagse haalt ook zijn kracht uit het verleden van de cinema. En zo kom ik weer terug bij die vraag aan het begin van mijn artikel die ik nu wat scherper zal stellen. Heeft Sam Esmail een heimwee naar paranoia? Als je afgaat op de verwijzingen in zijn serie denk ik van wel. Het is alsof hij de essentie van de beste oude paranoiathrillers heeft gedestilleerd in een nieuwe vorm. Het zijn wel verwijzingen die ervaren kijkers met gemak zullen ontcijferen. Het zijn filmische conventies die zich hebben genesteld in ons onderbewustzijn en nu dienen als signalen van spanning of opwekkers van sinistere associaties.

Laat ik met bewijsstuk 1 beginnen: de soundtrack, of soundtracks beter gezegd. Als Thomas, Heidi en Alex hun ergste vermoedens aftasten is er op de geluidsband vaak muziek te horen van oude thrillers: Bernard Hermanns composities voor Psycho, Micheal Smalls soundtracks voor Marathon Man en de invloedrijke films Klute en The Parallax view van Alan J Pakula. Zelfs de experimentele elektronische score van science fiction rampenfilm The Andromeda Strain komt voorbij.

Van bewijsstuk 1 vloeit het eigenlijk heel logisch over naar bewijsstuk 2: de beeldcomposities en kadering. Naast de muziek maakt Esmail ook gebruik van de visuele stijl van diezelfde films. Daarbij heeft hij een voorkeur voor Pakulas The Parallax View met zijn weidse schots van moderne minimale architectuur. Cinematograaf Gordon Willis (die met Woody Allen en Francis Ford Coppola werkte) wist die ruimtes onheilspellend kil te vangen waardoor een gevoel van pleinvrees je overmeesterde. Director of photography Tod Campbell brengt gebouwen ook unheimisch in beeld in Homecoming. Verschillende trappenhuizen die van boven worden gefilmd zijn als een labyrint, of een draaiende spiraal die je opslokt. De kille corporate look van het bedrijf Geist dat het Homecoming-project financiert, weerspiegelt hun meedogenloze efficiëntie. Een groots archief van een ministerie is dan weer gehuld in duisternis. De gangpaden lichten alleen op als er iemand doorheen loopt. Het benadrukt dat dit reservoir aan feiten, gegevens en data, puzzelstukjes zijn, bedoelt voor de vergetelheid.

De plot krijgt een focus als Geist steeds vaker terugkomt in het onderzoek. Wat zijn ze precies aan het doen met deze veteranen? Dat deze groep vaak met wantrouwen wordt geportretteerd of het slachtoffer is van duistere complotten is geen vreemd gegeven in de popcultuur. The Manchurian Candidate van John Frankenheimer draait om de traumatische herinneringen van soldaten en de mogelijkheid dat ze zijn gehersenspoeld. Iets dat Frankenheimer ook gebruikte in zijn terroristenthriller Black Sunday. Verhalen over veteranen die ontdekken dat ze dienen als proefpersonen komen ook geregeld voor, zoals in Jacob’s Ladder (Adrian Lyne) en The Jacket (John Maybury). Dat is trouwens geen ongeloofwaardig idee als je weet hoe het Amerikaanse leger omgaat met zijn strijdkrachten op basis van de schandalen omtrent Agent Orange en het Gulf War Syndrome.

Esmail heeft zich met Mr. Robot en deze serie geprofileerd als een chroniqueur van een neoliberale geestestoestand. Een staat waarin mensen gewillig moeten functioneren in een systeem dat onder alle façades onmenselijk blijkt te zijn. Tersluiks hebben personages het over hun werkervaringen. Curriculum Vitae van tijdelijke dienstverbanden, gedwongen ontslagen en noodzakelijke re-integraties. Heidi is zo iemand die zo’n arbeidsverleden achter zich heeft maar daarmee ook gedwongen wordt om mee te werken aan een nieuwe ‘veelbelovende’ baan. Daartegenover staat haar gladde baas Colin (Bobby Cannavale op de automatische piloot). Een corporate rat die lult over metrics en slagingspercentages om zijn projecten beter te verkopen.

Homecoming is door die elementen en ondanks de verwijzingen naar vroeger, een product van zijn tijd. De personages worstelen met hun medeplichtigheid aan het systeem en of er een mogelijkheid is om het te veranderen. Iets wat ook al doorschemerde in Mr. Robot waar de hoofdpersoon werkt voor een groot en gewetenloos bedrijf maar ook een rebelse hacker is. Die overeenkomst neemt niet weg dat er ook wat zaken tegenvallen aan Homecoming. Het einde overtuigde mij niet maar ik zal het niet verklappen. Laat je vooral meeslepen door de sfeer van paranoia die de serie omgeeft en die dichter bij de werkelijkheid ligt dan je misschien toe zou willen geven.

Vind ons: