Film en journalistiek

The Post van Steven Spielberg, net uit in de bios, is een film die journalisten als helden neerzet. De film werd haastig gemaakt. Hoewel het verhaal zich in het verleden afspeelt zijn de parallellen met het heden niet te missen. Tijd voor een terugblik: hoe wordt de journalist in de film gezien?

Twee jaar geleden won een film over journalisten de Oscar voor beste film: Spotlight (Tom McCarthy, 2015), waarin we precies zien hoe het schandaal over pedofilie in de katholieke kerk aan het licht gebracht werd. Spotlight heeft aandacht voor de minder glamoureuze kant van het journalistenbestaan: het eindeloze bellen, het spitten door de archieven, de interrupties door urgentere gebeurtenissen.

De journalist als held

De heldhaftige journalist is op zich geen nieuw fenomeen. In veel opzichten is Spotlight te vergelijken met All the President’s Men, de film van Alan J. Pakula uit 1976 met Robert Redford en Dustin Hoffman. Ook die film concentreerde zich op krantenjournalisten die zich vastbeten in een verhaal, Bob Woodward en Carl Bernstein. Net als The Post speelt All the President’s Men zich af tijdens het presidentschap van Nixon. Beide films gaan over hoe journalisten (van de Washington Post) een belangrijke rol speelden als waakhond.

De journalist-als-held is op zich van alle tijden. Je kunt terug naar Foreign Correspondent (Alfred Hitchcock, 1940), bijvoorbeeld, waarin een journalist zijn leven waagt om de waarheid te vertellen. Of naar Call Northside 777 (Henry Hathaway, 1948), waarin James Stewart een journalist speelt die de onschuld bewijst van een tot levenslang veroordeelde.

Niet alle journalisten gaat het heldendom even makkelijk al. Een film als Good Night, and Good Luck is haast een hagiografie te noemen van Edward R. Murrow. Maar vergeet niet films als The Insider (Michael Mann, 1999) of Zodiac (David Fincher, 2007), die de journalist als verbeten obsessieveling neerzetten. In hun queeste naar de waarheid hebben zij niet altijd oog voor wat ze allemaal teweeg brengen. Opvallend: alle genoemde films zijn ten minste ten dele gebaseerd op waargebeurde verhalen.

Het is geen wonder dat er nu veel films worden gemaakt met journalisten als helden: we hebben heldhaftige journalisten hard nodig. Er zal ook vast binnen een paar jaar een #metoo-film komen, met Jodi Kantor, Megan Twohey en/of Ronan Farrow als hoofdpersonen. Journalisten die ondanks tegenwerking op zoek blijven naar de waarheid: ze zijn vooral nu weer broodnodig.

Er zijn ook nog andere journalisten in de film…

Maar er zijn ook andere films over journalistiek. Ruwweg kan je films over journalisten in drie categorieën onderverdelen. Je hebt, zoals hierboven besproken, films waarin journalisten helden zijn. Er zijn films waarin journalistiek gewoon een baan is… en dan heb je nog films waarin journalisten het uitschot der aarde zijn.

Die middelste categorie, waarin de journalistiek meer een achtergrond is dan een thema? Daar vind je eigenlijk vooral komedies. En daar zitten hele goeie tussen! In His Girl Friday (Howard Hawks, 1940) is de spanning van journalistiek wat Cary Grant gebruikt om Rosalind Russell terug te veroveren. In de film lijkt het nieuws niet overmatig belangrijk, maar vooral léuk. Journalisten raken in deze films ook vaak verwikkeld in romances. Daarbij offeren ze vaak hun scoop: denk aan It Happened One Night (Frank Capra, 1934) en Roman Holiday (William Wyler, 1954).

Sommige filmmakers begonnen ooit als journalist. Dat kan mooie films opleveren. Park Row, bijvoorbeeld, van Sam Fuller uit 1952: de film flopte, maar bleef Fullers favoriet. Cameron Crowe begon al heel jong als muziekrecensent, en baseerde Almost Famous (2000) op zijn ervaringen. En James L. Brooks had Broadcast News (1987) waarschijnlijk niet gemaakt als hij niet copywriter was geweest voor het nieuws bij zender CBS.

De zoektocht naar nieuws (of “content”) kan ook in een thriller goed werken. The Parallax View (weer Alan J. Pakula, 1974); Shock Corridor (weer Sam Fuller, 1963); Deadline USA (Richard Brooks, 1952); Beyond a Reasonable Doubt (Fritz Lang, 1956); The China Syndrome (James Bridges, 1979): het mooie aan journalisten is dat je ze vrij makkelijk kan voorzien van motivatie om in allerlei gevaarlijke situaties te belanden.

De journalist als aasgier

Mocht je nou allemaal warme gevoelens voor journalisten hebben ontwikkeld na het bovenstaande: daar hebben we wel iets op. Er zijn namelijk ook zat films die zich concentreren op de louchere kant van het vak. Het woord “paparazzi” komt niet voor niets uit een film: uit La Dolce Vita (Federico Fellini, 1960), om precies te zijn. Een nieuwsfotograaf in die film heet “Paparazzo”.

Vooral het televisienieuws komt er in die films niet heel positief vanaf. Neem Network (Sidney Lumet, 1976), bijvoorbeeld, een film die haast profetisch overkomt. Een nieuwslezer gaat over de rooie: “I’m mad as hell and I’m not going to take this anymore!”. Producer Diana Christensen (Faye Dunaway)? Die krijgt daar direct dollartekens van in haar ogen. Het is een diep cynische film, niet alleen over televisie als medium maar ook over het publiek.

Network kreeg een paar jaar geleden een spirituele opvolger met Nightcrawler (Dan Gilroy), waarin het personage van Jake Gyllenhaal het motto “if it bleeds, it leads” wel erg letterlijk interpreteert. Zijn baas (Rene Russo) maakt daar maar al te graag gebruik van. Het is een film waarna je je een beetje vies voelt.

Toch zijn er ook krantenjournalisten te vinden in de film die het moeten ontberen. Het fantastisch cynische Ace in the Hole (Billy Wilder, 1951) draait om het nieuwscircus rond een mijnongeluk. Journalist Chuck Tatum (Kirk Douglas) overtuigt de gemeente om voor een langzamere reddingswerkwijze te gaan, om zo langer de krant te kunnen vullen. Hij gaat letterlijk over lijken voor een verhaal.

Dan hebben we nog The Sweet Smell of Success (Alexander Mackendrick, 1957), met Burt Lancaster als vileine columnist. In While the City Sleeps (Fritz Lang, 1956) wedijveren drie mannen om een seriemoordenaar te vinden. Niet uit overtuiging, maar om een baan te winnen. En Shattered Glass (Billy Ray, 2003) is behalve het bewijs dat Hayden Christensen heus wel kan acteren ook een herinnering dat het journalistieke proces niet zonder gebreken is – al helemaal nu zo weinig media nog fact-checkers in dienst hebben.

Ook maar mensen

Niet elke film over journalistiek valt netjes binnen deze categorieën te plaatsen. Wat te denken van Citizen Kane, bijvoorbeeld? De film is duidelijk bedoeld als kritiek op Kane (dus op William Randolph Hearst), maar tegelijkertijd is de film ook opgebouwd als reportage, en toont Orson Welles hoe moeilijk het kan zijn om de waarheid te achterhalen.

Journalisten zijn in films, net als in het echt, soms heldhaftig, soms verdorven, soms gewoon op zoek naar een avontuur of een partner. Het is begrijpelijk dat we nu behoefte hebben aan journalistieke helden. Maar het is goed om te waken voor het idealiseren van de media: tenslotte zijn journalisten ook maar gewoon mensen.

Vind ons: