
El Club
Film hoeft niet leuk te zijn. Dat bewijst El Club (2015) van de Chileense regisseur Pablo Larraín. De club uit de titel bestaat uit een aantal oudere heren die hun laatste dagen slijten in een huis aan zee. Ze worden verzorgd door een huishoudster, en de mannen brengen hun dagen door met het trainen van hun windhond, het omspitten van de tuin, en het kijken van televisie. Het is een eenvoudig leven. Tot dat hun rust wordt verstoord als op een dag een zwarte auto voorrijdt. De mannen worden voorgesteld aan een nieuwe bewoner, Vader Lazcano. Lang kan Vader Lazcano niet genieten van zijn pensioen; nog diezelfde dag staat een andere man aan de poort van het huis. Luidkeels beschuldigt de vreemdeling Lazcano van kindermisbruik. En dan blijkt dat de mannen meer gemeen hebben dan enkel hun hoge leeftijd. Elk van hen was eens priester, en elk van hen heeft wat op zijn kerfstok. Ze dwingen Lazcano naar buiten om de vreemdeling weg te jagen. In plaats daarvan pleegt de man zelfmoord voor de ogen van de beschuldigende partij. De plotselinge zelfmoord ontgaat de autoriteiten niet. Met grote tegenzin ontvangen de gepensioneerde Vaders een tweede nieuwe priester, Vader Garcia. Hij lijkt er op uit om een einde te maken aan het gemoedelijke leven van de club. Terwijl de leden proberen de ware toedracht van de zelfmoord van Lazcano te verbergen, blijft de vreemdeling rondhangen in het dorp, met alle gevolgen van dien.
El Club is geen gemakkelijke film. Je voelt vanaf het begin een snijdende spanning door de verstandhouding tussen de clubleden. De mannen proberen zich zo veel mogelijk van spiedende ogen te onttrekken. Hun huishoudster, Zuster Monica, is hun levenslijn. Zij mengt zich onder de dorpelingen om boodschappen te doen en begeleidt hond Royo bij de hondenraces. Het gedrag van de clubleden wordt echter niet toegelicht. Onderling wisselen ze ook nauwelijks woorden uit. Pas bij de introductie van Lazcano begrijpt de kijker waarom de mannen buigen op geheimhouding. Het stilzwijgen waarin ze zich hullen staat in scherp contrast met de woorden van de vreemdeling, die zichzelf Sandokan noemt. Niet onbelangrijk: het is de naam van een piraat uit een oude avonturenserie, een strijder tegen de gevestigde orde. Sandokan is zeer uitgesproken over wat hem is aangedaan. In gloedvolle woorden die veel weg hebben van een preek, legt hij precies uit waar Vader Lazcano hem als jonge jongen toe heeft gedwongen. Met elke nieuwe omschrijving van het misbruik voel je het ongemak stijgen.
Wat er daarna gebeurt, is mogelijk nog beschamender. De verzamelde priesters weigeren de consequenties van hun acties onder ogen te zien. Ze gaan niet in gesprek met Sandokan, maar kiezen er voor om zijn woorden onder het tapijt te vegen. Scène na scène wordt benadrukt dat de mannen geen enkel berouw hebben van de daden in hun verleden. In interviews die Vader Garcia met hen afneemt, verdedigen ze hun misdaden met mooie woorden. Elk van hen meent dat hun daad uiteindelijk hun kerkleden ten goede kwam. Ze zien het als hun roeping.
Het einde van de film biedt enige verlichting van de inktzwarte realiteit van El Club. Het neemt niet weg dat je nog enige tijd met een knoop in je maag blijft rondlopen.
El Club draait vanaf 26 november in Nederland in de bioscoop.