
De Acteur als Auteur
Vroeger – je weet wel die tijd van voor het internet – toen we nog naar een videotheek fietsten om onze films te halen. Films die opgeslagen waren op een imperfect medium dat VHS of gewoon videoband genoemd werd.
In die tijd zocht ik films uit op de acteurs die erin speelden; mannen als Bruce Willis, Jean-Claude van Damme en Nicolas Cage. Toen ik bijvoorbeeld Face/Off zag had ik geen idee dat dit de eerste Hollywood-film van een gevierde auteur (zie de editorial) was. De naam John Woo zei me niets. Tegenwoordig is een van de eerste criteria waarop ik een film selecteer juist de regisseur. Ik heb van veel bekende regisseurs een of meerdere films gezien en denk dus op basis daarvan een inschatting van zo niet de inhoud dan toch wel de kwaliteit van een film te kunnen maken.
Toch ben ik geen groot voorstander van de auteurstheorie. Ik geloof niet dat de regisseur over het algemeen dermate veel invloed heeft op het eindproduct dat hij of zij kan worden aangemerkt als de ‘schepper’ van het kunstwerk. Film is bijna altijd een kunstwerk dat door een groep mensen gemaakt wordt, waarbij alle disciplines op hun best moeten werken om tot een goed eindproduct te komen. Neem de films die geschreven maar niet geregisseerd werden door Charlie Kaufman, zoals Being John Malkovich, Adaptation. en Eternal Sunshine of the Spotless Mind. Zijn scripts dragen thema’s aan die voldoende complex en zwaarwichtig zijn om een groot kunstwerk te dragen. De regisseur hoeft bij wijze van spreken niet veel meer te doen dan te zorgen dat alle andere disciplines (de cameramensen, de editor, de acteurs, enzovoort) goed samenwerken. In veel gevallen denk ik dat een regisseur daarom niet veel meer dan een soort projectmanager is.
Dit was onderdeel van wat Truffaut met zijn auteurscinema wilde bestrijden. Hij vond de films die wél als individuele expressie van de regisseur dienst deden waardevoller. Een begrijpelijk standpunt in de context van een industrialiserende filmwereld.
Regisseurs moesten de ruimte voor individuele expressie voor de Nouvelle Vague nog veroveren. Tegenwoordig is het meer dan geaccepteerd dat er filmmakers zijn die duidelijk hun stempel drukken op hun werk, maar ook dat veel films vooral gemaakt worden om geld mee te verdienen. In het veelvormige filmlandschap is er echter ook ruimte voor allerlei tussenvormen en wordt het primaat van de regisseur misschien wel te gemakkelijk erkend, ten koste van al die andere stemmen die te herkennen zijn in een kwaliteitsfilm. Het auteurschap van de regisseur is hoe dan ook te simplistisch en een arbitrair criterium voor kwaliteit.
Al heeft de regisseur zelf het script geschreven, de montage gedaan, de kostuums ontworpen en de muziek geschreven, onder één samenwerking is bijna niet uit te komen: die met acteurs. Nu kun je in sommige gevallen acteurs beschouwen als een instrument in handen van de regisseur. Robert Besson werkte bijvoorbeeld graag met onervaren, niet-professionele acteurs zodat zij niet te nadrukkelijk acteerden. Maar ik denk dat minstens even vaak acteurs wel een grote invloed hebben op hoe een personage vorm krijgt. In deze gevallen hebben acteurs een duidelijk scheppende rol binnen een film en kunnen ze naar mijn mening in sommige gevallen zelfs als (co-)auteur van een film gezien worden.
Eén van de betere voorbeelden daarvan is Isabelle Huppert. Zij heeft een enorme invloed gehad op de vorm die Elle gekregen heeft. Haar personage Michèle Leblanc is oorspronkelijk geschapen door de Franse schrijver Philippe Djian in zijn boek Oh… Daarna is het verwerkt tot script door een paar andere mannen (allemaal mannen) en is Paul Verhoeven de woorden in beelden om gaan vormen. Gelukkig is Verhoeven slim genoeg om in te zien dat een provocatieve film over een gevoelig onderwerp als verkrachting een sterke vrouwelijke invloed nodig heeft. Daarom heeft hij Huppert volledige vrijheid gegeven om het personage uit te diepen. Verhoeven gaf haar in de twaalf weken die de opnames duurden geen enkele aanwijzing over hoe te spelen, zo blijkt uit verschillende interviews. Het is zij dus die het personage Michèle Leblanc, en daarmee de kern van de film Elle, uiteindelijk vorm heeft gegeven.
In La Pianiste van Michael Haneke speelde ze al eerder een personage dat op een verrassende manier op een verkrachting reageert. Ook in White Material worden de verwachtingen van de kijker door het gedrag van haar personage gelogenstraft. En in L’Avenir, dat bijna gelijktijdig met Elle uitkwam, ben je als kijker net zo hard aan het gissen naar de beweegredenen van een op drift geraakt personage. Huppert vindt uitdaging in het vertolken van bijna onkenbare personages. Ze speelt in films waarin ze het enige houvast voor de kijker is. Geen stabiel rotsvast punt, maar één die net genoeg grip biedt om aan te blijven klampen. Bovenstaande is in het kort het soort oeuvrebeschouwing dat binnen de auteurstheorie normaal gesproken voorbehouden is aan regisseurs, maar volgens mij dus net zo goed op bepaalde acteurs kan worden losgelaten.
Dat een acteur in een karakterstudie als Elle veel invloed heeft op hoe de film uitpakt ligt voor de hand. Aan de andere kant van het filmspectrum, in het Marvel Cinematic Universe, vind ik ook een acteur als auteur terug. De grootste tegenstanders van de MCU bestempelen het hele project als een geldmachine waarin iedere individuele expressie van de makers vermorzeld wordt. Dat gaat misschien een beetje ver, maar het lijkt me redelijk om te stellen dat competentie boven expressie gesteld wordt. Eén persoon is wel in staat geweest om nadrukkelijk zijn stempel op de MCU te drukken: Robert Downey Jr. Zijn vertolking van Iron Man, waarin zowel ruimte is voor grimmigheid als grappigheid, heeft leven in dat universum geblazen.
Pauline Kael poneerde in haar kritiek op de auteurstheorie een alternatief: alleen de film en het effect ervan op de kijker beschouwen. Een film wordt gemaakt om een effect teweeg te brengen, dus deze manier van beoordelen is de eerlijkste en misschien ook wel de meest waardevolle. Maar ik wil daarnaast ook doorgronden hoe de film tot stand gekomen is en welke elementen de film uniek maken. Als we daarbij alleen kijken hoe de regisseur de woorden uit het script heeft omgevormd tot beelden, missen we volgens mij te veel waardevolle elementen. De auteurstheorie maakt ons blind voor de bijdragen van anderen dan regisseurs. En volgens mij verdient iedereen die iets unieks bijdraagt aan een film dat diens bijdrage belicht wordt.