
Climax
Stiekem wil Gaspar Noé een Eurotrash videoclip regisseren, alleen weet hij dat zelf nog niet. Met zijn nieuwe suggestief getitelde film Climax levert hij een danshorror af, een door LSD aangewakkerde afdaling in de donkerste hoeken en gaten van de menselijke psyche. De film opent met een van de beste dansscènes ooit, de camera glijdt over de jonge lichamen van de krumpende en voguende mannen en vrouwen en zwenkt zo vaak van het een naar het andere dat je je bij voorbaat al misselijk aan de armleuningen van je stoel moet vasthouden. En dat zijn pas de eerste twintig minuten.
Naderhand houden de dansers een feestje. Na een paar dagen repeteren voor de nieuwe show van de choreografe Selva (Sofia Boutella) is het tijd voor ontspanning. Sangria staat klaar op tafel en de dansers ontspannen, kletsen wat en wagen een dansje op de vloer. De seksuele energie en spanning is om te snijden. Het lijkt alsof iedereen het met iedereen zou kunnen doen, en dit wordt deels bevestigd door de statische shots waarin de dansers aan ons worden voorgesteld en de dynamiek van de groep onderling wordt besproken. Wie mag wie, wie slaapt er met wie of is dat vanavond van plan? Een memorabele conversatie tussen twee mannen waarin er kwistig met tips rondom de gang van zaken bij (anale) seks wordt gestrooid houdt het tussen hyperbool en persiflage.
Gezien mijn haat/liefde verhouding met Noé gaat alles tot dan nog goed, er komt zelfs een tweede danssequentie van bovenaf gefilmd en die is net zo verrukkelijk als de eerste. Maar dan besluit Noé dat het over is met de pret en blijkt de sangria door een onbekende met LSD te zijn aangelengd. Knipper een keer met de ogen en je hebt de weinig geloofwaardige omslag gemist. Collectief dalen de dansers af naar de onderwereld die bestaat uit verminking, verkrachting en moord door slordigheid. Het moment dat al deze handelingen en gebeurtenissen elkaar opvolgen is gelijk de gelegenheid voor Noé om zijn eigen verslaving aan provocatie volledig uit de hand te laten lopen. De pedante tekst die in enorme letters over het scherm flitst leest als een poging iets over de fundamentele horror van het bestaan te zeggen. Iets met geboorte, dood en de tijd ertussenin. Voormalig ‘bad boy’ Noé is een didactische docent from hell. En vanaf het moment is het gewoon een kwestie van zitvlees kweken en gelaten op het einde wachten en het ene na het andere zwiepende shot aangevuld door de nimmer aflatende soundtrack te ondergaan waarin de vrouwen met wapperende ledematen hysterisch gillen en de mannen stelselmatig iemand verkrachten of in elkaar trappen.
Natuurlijk is het makkelijk om te stellen dat het precies de bedoeling is om de menselijke verdorvenheid zo prominent op de voorgrond te laten treden. Dat het allegorisch is, als een hyperbool van de dagelijkse impulsen fungeert, of als een verfilming van de zondvloed of hel van Jeroen Bosch. Maar wat is mijn rol als kijker buiten het voyeurisme om? Het is alsof ik twee beren broodjes zag smeren. Ik stond erbij en keek er met groeiende verdoofdheid naar. Zelfs het uitgekauwde spektakel van krioelende jonge lichamen met een laag vetpercentage die zichzelf om zeep neuken is van een verpletterende banaliteit. In dat opzicht kijkt Climax als een compilatie van orgasmes. Er is geen opbouw, sympathie of verlangen voor en naar de mensen die te zien zijn en implodeert uiteindelijk weinig spectaculair met een lange lijst aan fetisjen van Noé: een apocalyptisch dreunende soundtrack en een camera die maar rond blijft draaien, op zoek naar de limieten van de nauwe gangen waar een schaars geklede vrouw doorheen strompelt. Om nog niet te spreken van de geladen keuze om alle agressors qua huidskleur aan de donkere kant van het spectrum te plaatsen.