Cinematties: De Film van Dylan Haegens


In a world gone mad
…  we leven in een verwarrende wereld in chaotische tijden. Om grip te krijgen op de waanzin die zijn weerslag heeft op het witte doek, formeert Cine een team van specialisten om deze te doorgronden.
If you have a problem, if no one else can help, and if you can find them, maybe you can hire the Cinematties!

In deze eerste editie van Cinematties wagen Theodoor Steen, Julius Koetsier, Luuk van Huët en Thierry Verhoeven zich aan De Film van Dylan Haegens, de speelfilm van de Limburgse YouTuber en zelfverklaarde kindervriend Dylan Haegens en zijn kornuiten. Deze rolprent kreeg vandaag de Gouden Film, omdat hij binnen acht dagen meer dan 100.000 bezoekers trok. Vier van die 100.000 kaartjes waren voor de Cinematties en daar zijn we niet blij mee.

VOOR

TS: Ik heb een mooie pennenset bij me om aantekeningen te maken. Maar deze pennenset gebruiken om aantekeningen te maken over deze film is als de Magna Carta gebruiken als placemat of wijwater gebruiken voor een klysma: pure heiligschennis en bezoedeling. Ik ben net klaar met traumatherapie en nu doe ik dit. Maar volgens mijn therapeut heb ik neiging tot zelfdestructief gedrag.

JK: Ik kende Dylan Haegens niet, maar ter voorbereiding heb ik enkele van zijn video’s gekeken. Hij is een sympathiek ogende knul met witbroodcharisma, die voor zijn doelgroep blijkbaar grappig is. Hij is een hack: het soort komiek dat geen enkele originele gedachte heeft en altijd de makkelijkste weg kiest. Met sketch-filmpjes als ’10 dingen die mannen niet aan vrouwen begrijpen’ en ’10 irritaties in een winkel’ verrast hij niet meer dan die titels doen vermoeden. Maar er zijn blijkbaar veel kinderen die erom kunnen lachen. De aantrekkingskracht zit hem denk ik in de combinatie van de voorspelbare, veilige humor en Dylans vrolijke mayonaisepersoonlijkheid.

TV: Hoewel ik meestal graag beslagen ten ijs kom, heb ik ditmaal niets gezien van het YouTube-werk van Haegens.

LvH: Ik ook niet. In dit geval liet ik mezelf graag door het ijs zakken. Daarnaast

TIJDENS

NA

LvH: Laten we even onze lieve kijkbuiskindertjes bijpraten over wat we net hebben gezien, nu onze ogen nog niet helemaal met bloedkorsten zijn overdekt en nog open kunnen: Dylan Haegens speelt in De Film van Dylan Haegens de YouTuber Dylan Haegens die met zijn vrienden Teun en Rick en zijn vriendin Marit druk bezig is met zijn YouTube-kanaal en die tegelijkertijd het onderwerp is van een speelfilm. Daarnaast is hij de eigenaar van een goed lopende tosti-toko, waar hij ook in de bediening zit. Maar helaas is er een kaper op de kust in de vorm van de concurrerende YouTuber IJsbrand die zijn ideeën steelt en een Panini-zaak heeft geopend aan de andere kant van de straat, waar hij blijkbaar heel Venray in de ban weet te brengen van zijn Panini Frikandini (de film presenteert dit gegeven als de allerbeste grap in de geschiedenis van de mensheid). Daarnaast maakt IJsbrand gebruik van de onnozelheid van Rick om brand uit te laten breken in Dylan’s tosti-tent, wat dramatische beelden oplevert. Totdat Marit even met een bezem door de zaak gaat en het hele probleem zichzelf op lijkt te lossen als de zaak weer helemaal de oude is (zo gaat de film vaker met problemen om). Dylan en Teun ontdekken dat IJsbrand gebruik maakt van een soort virtueel filmprogramma, geleverd door een schimmig bedrijf waardoor hij zijn kanaal kan volplempen met nepvideo’s terwijl hij lekker kan luieren in zijn luxueuze villa met zwembad en levend kunstwerk. Dylan bezwijkt ook voor dit programma en gaat ook virtuele films publiceren, maar oeioeioeioei, dat gaat eigenlijk natuurlijk tegen de integriteit waar YouTube om bekend staat in. Zal Dylan meer abonnees krijgen dan IJsbrand? Zal zijn vriendschap met Rick en Teun zijn bedrog overleven? Weet zijn relatie met Marit stand te houden? Als je geïntrigeerd bent door deze vragen, ben je waarschijnlijk een beter mens dan wij samen, de film maakt het namelijk verdomd moeilijk om mij niet het gevoel te geven dat het allemaal aan mijn metalen cyborg-reet kon roesten.

JK: Het jonge publiek leek tevreden, maar ik denk dat ieder kind in de zaal harder had kunnen lachen. Ik hoorde ze gniffelen, maar nooit schateren, zoals de kinderen in het publiek waarmee ik Charlie Chaplins Modern Times in de bios zag. Goede slapstick is tijdloos. Hier was het juist het grote slapstick-setpiece dat nauwelijks op reactie van de zaal kon rekenen: Dylan glijdt uit in een restaurant en danst een poosje ongemakkelijk door de ruimte, gefilmd vanaf zijn middel, terwijl hij duidelijk gericht tafelkleden van tafels trekt. In de keuken is intussen een kok bezig een prachtige taart af te maken. Apetrots plaatst hij een aardbei bovenop zijn meesterwerk. Nu zijn er drie kanten om op te gaan met die premisse. 1: rechttoe rechtaan: de kok komt met de taart naar buiten en Dylan valt erin. 2: de anticlimax: de grap is juist dat de taart tegen de verwachting in gespaard blijft. 3: de uitgestelde climax: de scène lijkt te eindigen met een intacte taart, maar uiteindelijk blijkt de grap dat Dylan deze ouderwetse scène gewoon lekker tóch uitvoert, met zo veel mogelijk slagroom. De uitgestelde climax kan ook in onverwachte vorm komen: Dylan valt zelf niet in de taart, maar net wanneer de kok opgelucht adem haalt verschijnt er uit het niets een gans, ik noem maar wat, die het baksel kapot maakt. In het stilistisch warrige universum van Haegens is het allemaal mogelijk. Maar niets van het bovenstaande gebeurt. Wat er wel gebeurt: Dylan botst tegen de kok en de taart valt uit beeld. Die zorgvuldig opgebouwde taart, gemaakt om een guitige Limburgse snoet in te doen verdwijnen, valt uit beeld. De kok loopt huilend weg. Einde scène. Deze incompetentie valt niet aan smaakverschillen toe te schrijven. Hier had gewoon een groot mens op de set moeten zijn, om die kinderen te vertellen hoe je zo’n scène maakt.

TV: Bestaat er op filmgebied iets ergers dan een komedie die niet grappig is? Slechte films in andere genres kunnen nog vermakelijk zijn vanwege hun incompetentie, maar een film die mikt op de lach en constant mist, zorgt enkel voor een lange en pijnlijke zit. Qua humor gaat men op alle mogelijke manieren de mist in, maar misschien nog wel het meest in hoe de wereld is opgezet. De film is duidelijk gesitueerd in een ‘heightened reality’, waarin moeiteloos piano’s uit kleine raampjes worden gegooid en brandschade binnen een uur met een bezem volledig wordt weggeveegd. Dus wanneer Dylan een van zijn onderdanen opdraagt iets spontaans te doen, staat die persoon binnen een oogwenk in gouden hotpants met sambaballen te dansen. Dergelijke verbuigingen van de realiteit kunnen prima worden benut voor humoristische taferelen, zoals bijvoorbeeld de Naked Gun-films doen, maar niemand uit Team Dylan heeft het acteertalent of de timing om het te laten werken.

JK: Die vergelijking met The Naked Gun maakte Bas van Teylingen, die de film samen met Haegens regisseerde, zelf ook, wat me eerlijk gezegd verbaasde. Er zitten enkele grappen in De Film die op scriptniveau doen denken aan het werk van Zucker, Abrahams & Zucker, maar aan de montage is te zien dat men geen lessen uit deze films heeft getrokken. Dylan en Teun krijgen na elke punchline reactieshots waarin ze urenlang de wenkbrauwen fronsen of hun schouders ophalen. Acteren is reageren, is een van de eerste lessen voor beginnende acteurs. Maar Dylan en Teun had het tegenoverstelde verteld moeten worden. Onervaren en talentloos als ze zijn, zijn ze voortdurend opzichtig bezig met ACTEREN en REAGEREN. Ook in de dialogen: Dylan wil door een hoog raam naar binnen gluren, dus Teun zegt: ‘Ik geef je wel een voetje.’ Dylan: ‘Oh ja, goeie.’ Die woorden, die volstrekt overbodige reageerwoorden, die smerige, wanstaltige nulpraat waarmee Dylan duidelijk wil maken nog steeds In De Scène te zitten — ik geloof niet dat die woorden in het scenario stonden, maar een goede acteur had ze niet geïmproviseerd; een goede regisseur had die improvisatie gecorrigeerd; een goede editor had hem eruit geknipt.

Ben ik nu te oud? Ben ik als die mannen die zestig jaar geleden de spot dreven met tienermeisjes die iets zagen in The Beatles? Snap ik gewoon niet waarom Dylan zo vernieuwend is? Het gekke is juist dat zijn materiaal zo belegen is. Op zijn YouTubekanaal herhaalt hij oude memes bij gebrek aan eigen grappen, en ook in zijn film toont Haegens zich als artiest geen voor-, maar een achterloper. De vele gaten en toevalligheden in de plot worden weggewuifd met doorbrekingen van de vierde wand, waarin personages zelf opmerken hoe onwaarschijnlijk bepaalde ontwikkelingen zijn. Ergens in de jaren negentig nog een postmodern grapje, nu gewoon lui schrijfwerk. De climax van de film is een race naar het vliegveld om Dylans geliefde Marit ervan te weerhouden naar Zuid-Amerika te gaan. ‘Dat vind ik altijd zo romantisch, als dat gebeurt in films!’ merkt iemand op. Maar wanneer was de laatste keer dat een serieuze film deze trope gebruikte? Niet alleen het vliegveld-einde is een dood cliché, het belachelijk maken ervan is een cliché. Toen Not Another Teen Movie de vliegtuigscène parodieerde, in 2001, kon het nog nét.

 

TV: Voor een film die gaat over YouTubers en gemaakt is door dergelijke mensen, lijkt men niet echt te weten hoe het filmen en online zetten van een video echt werkt. Video’s staan al online terwijl er nog gefilmd wordt, verticaal gefilmd welteverstaan, terwijl ze horizontaal online belanden. Er zijn aardig wat YouTubers die ik al jaren trouw volg (met name mensen die het online platform gebruiken voor diepgravende video-essays over film), maar zelfs degenen die hiervan hun werk hebben gemaakt laten geen kans onbenut hun bron van inkomsten te bagatelliseren. Ik hoor ze regelmatig opmerken: ‘Dit YouTube-gebeuren is leuk om te doen en het is mooi dat ik ervan rond kan komen, maar neem mij alsjeblieft niet te serieus. Dit is geen echte baan.’ Blijkbaar denkt Dylan Haegens daar heel anders over. Zijn lui in elkaar geflanste YouTube-video’s moeten worden beschouwd als een verrijking van het audiovisuele landschap en dus trakteert hij zichzelf op anderhalf uur orale zelfbevrediging.

LvH: Mag ik daar even op inhaken? Als Dylan Haegens dit onanistische gefröbel met zijn anderhalf miljoen volgelingen nou gewoon met crowdfunding had gefinancierd, hadden we geen goede redenen om onze scheur open te trekken behalve vanuit een esthetisch oogpunt. Maar meneer wil aan de ene kant goedkoop scoren tegen de gevestigde orde door een belegen grap te maken over hoezeer traditionele televisie achterloopt, om dan wel gebruik te maken van bijrollen van Ilse Warringa van De Luizenmoeder en een cameo van Jochem van Gelder die worstelt met zijn kookverslaving. En daarnaast wordt de film mede mogelijk gemaakt door het Filmfonds, gemeenschapsgeld dus, bedoeld voor de financiering, ik citeer: ‘met het doel de diversiteit, kwaliteit en het bereik van films te stimuleren.’ Daar zou je als serieuze filmmaker toch direct van projectievomeren als dit wel geld krijgt?

JK: Haegens’ grappen over de stilstand van ‘oude media’ hebben meer te maken met het productiemodel dan met inhoud. Haegens uploadt gratis CONTENT op zijn YouTube-kanaal en verdient vooral aan de merchandise (‘héél slim van die jongen,’ zeggen mensen dan). Daarin verschilt hij van televisie. Maar zijn humor is veel oubolliger dan bijvoorbeeld De Luizenmoeder of de sketchshow Klikbeet.

TV: Mij doet de film denken aan de Ridder Rob-sketches van Koefnoen, waarin de lui in elkaar geflanste kindertelevisie van het audiovisuele frietkot Studio 100 belachelijk werd gemaakt. Met name de aflevering waarin de autocue is uitgevallen en de incapabele acteurs zich een weg naar de aftiteling pogen te improviseren. Dat lukt ze voor geen meter, maar toch is iedereen na afloop heel tevreden over zijn werk: ‘Dat ging eigenlijk nog best goed, zo zonder script, hè?’ ‘Ja, dat heb je eigenlijk helemaal niet nodig.’ ‘Het is voor kinderen, hè, die merken dat niet.’ Een perfecte making-of van De film van Dylan Haegens. De enige keer dat men in de buurt komt van capabel uitgevoegde humor, is wanneer het tostirestaurant in brand vliegt en Dylan poogt de bezoekers te kalmeren: ‘Het is maar een beetje rook!’ ‘Het is maar een steekvlam!’ ‘Het is maar een totale keukenbrand!’ Dit aardige stukje tekst is praktisch een recensie van de film door een Dylan Haegens-fan. Natuurlijk kun je alle incompetentie blijven goedpraten, maar op een zeker moment zal je toch echt moeten erkennen dat je in een afbrandend restaurant zit… of dat je zit te kijken naar een film die je doet wensen dat je je daar zou bevinden.’

TS: Als knuffelhomo van Cine wil ik het graag even over IJsbrand hebben, de schurk van De Film, die geschreven is alsof de makers heel goed naar alle negatieve homostereotype schurken door de jaren heen in Hollywood hebben gekeken, en dachten ‘dat kunnen wij in Nederland ook.’ IJsbrand wordt flamboyant en gefeminiseerd neergezet, wat geen probleem zou zijn (want het zijn geen negatieve eigenschappen), ware het niet dat het heel erg aan zijn schurk- en loserstatus verbonden wordt. Dat de makers zichzelf proberen in te dekken door IJsbrand meermaals te laten proberen Marit voor zich te winnen, maakt het niet beter, slechts laffer. Want iedereen weet heus wel dat IJsbrand bedoeld is als stereotypering, wanneer hij een Panini Frikandel giechelend en kirrend in het gezicht van Dylans makker Rick duwt. Er moet een plaats zijn voor flamboyante (homoseksuele of heteroseksuele) mannen in films, maar niemand wordt er beter van wanneer dit gekoppeld wordt aan schurkenstreken of geridiculiseerd wordt. Dylan Haegens mag zich als YouTuber te goed voelen voor televisie (zoals enkele grappen getuigen), en zichzelf zien als een jonge, vernieuwende geest, maar met dit soort conservatieve en hatelijke meuk kwam je begin deze eeuw al amper weg.

JK: Ik zag IJsbrand meer als een infantiel, aanstellerig mannetje dan als een homokarikatuur. Ik denk dat hij is wat Dylan vreest te zijn. Een charlatan zonder originele ideeën, die een vrouw wil om hem te verzorgen als een kind; IJsbrand is waarschijnlijk een eerlijker versie van de echte Dylan Haegens dan de versie van zichzelf die hij speelt. Conservatisme zag ik eerder in Marits rol. Worden sommige clichés in De Film behandeld met een soort jaren-90-ironie, de omgang met Marit is ouderwets zonder een spoor van zelfbewustzijn. Ze is de meest competente van het stel, de enige van Team Dylan die zich bemoeit met de planning en draaischema’s, en veruit het meest volwassen personage. Ze is er om hoofdschuddend toe te kijken terwijl Dylan de clown uithangt. De oubollige man-vrouw-dynamiek uit duizend sitcoms, waar natuurlijk bij hoort dat Marit zelf nooit grappig mag zijn. Jammer, want ze is de enige in de hoofdcast met acteertalent. Misschien speelt ze ook dicht bij huis. De relatie tussen het mankind en zijn vriendin-moeder lijkt overgenomen uit het dagelijks leven van Marit en Dylan, wanneer je hun YouTube-werk bekijkt. Zo heeft Dylan een aantal kookvideo’s, waarin hij allerlei eenvoudige gerechten klaarmaakt. Educatief is het niet, en Dylan kan niet koken: een omelet laat hij rustig bruin worden en een pantosti bakt hij in bakboter. Maar soms vindt hij een recept te ingewikkeld en roept hij Marit erbij. Die weet dan bijvoorbeeld te vertellen dat je knoflook altijd pas in de pan moet doen nadat het ui gefruit is, waar Dylan met verbazing op reageert. Het is met enige zelfspot dat Dylan zichzelf presenteert als een ondankbaar kind dat zijn vriendin-moeder aan het werk zet, zowel in die vlogs als in de film. Die zelfspot fungeert als een vrijbrief voor ouderwets seksisme: in de jaren vijftig was het: laat vrouwen het huishoudelijke werk opknappen, want wij mannen hebben belangrijker zaken te doen. Nu is het: laat vrouwen het huishoudelijke werk opknappen, want wij mannen zijn te dom.

Marits moederrol wordt nog bevestigd door een paar grappen over het leeftijdsverschil tussen haar en Dylan; hij is 26, zij 28, dus ze is echt vet oud. Een shot van haar billen in onderbroek past dan weer in de categorie ‘voor de papa’s’. Dylan schreef een film waarin hij en zijn vriendin zichzelf spelen, en schreef haar als moeder, lustobject en onderwerp van problemen. Zelf heeft ze nauwelijks agentschap. Een gênante nepvideo met haar die door een misverstand op YouTube verschijnt is eventjes een bron van drama — maar het lukt Dylan de video te verwijderen voordat zij hem ziet. Ze ontdekt nooit wat er gebeurd is. Zelfs het feit dat Dylan haar mobieltje weggooit om te voorkomen dat ze erachter komt, leidt niet tot conflict.

TS: De manier waarop Dylan met Marit omgaat is stuitend. Al in de beginscène wens je dat zij dit stuk onbenul dumpt, maar in plaats daarvan droomt ze enkel ervan om met hem te trouwen (want daar denken vrouwen aan wanneer ze de rotzooi van hun vriend opruimen). Ook de manier waarop de jongens met elkaar omgaan is regressief en een typisch gevalletje van toxic masculinity: opmerkingen bedoeld om elkaar te vernederen en de boel bij elkaar liegen voor faam en zelfbehoud. Geen van deze acties komt Dylan echt duur te staan, want hij plaatst zichzelf in een heldenrol.  De publieke vernedering van Marit blijft voor haar verborgen, maar wordt vooral gebruikt om Dylan nog een extra barricade te geven. Alle ellende die hem overkomt staat weinig in verband met zijn eerdere gedrag, zodat hij zichzelf daarvoor in een slachtofferrol kan plaatsen. Dylan heeft een messiascomplex: de halve film bestaat uit beelden die zijn vermeende kwaliteiten ophemelen, bedoeld zijn om zijn merchandise te verkopen, en alle ellende die hem overkomt maakt hem o zo zielig. Meest tekenend is dat wanneer Marit zijn spullen uit het raam gooit (vanwege een misverstand dat, natuurlijk, niets te maken heeft met het discutabele gedrag van Dylan zelf) en ook zijn Gouden Youtube Play-plakaat naar buiten werpt. Een dieptepunt in het leven van het personage wordt zo een schaamteloos zelfplugje van de bedenker. Er is een danig gebrek aan zelfreflectie van het personage, over wat voor consequenties zijn acties kunnen hebben, welk wereldbeeld hij uitdraagt en hoe hij overkomt. En dus bij de makers, want fictie en realiteit zijn hier dusdanig met elkaar verstrengeld, dat de fouten van de personages vanzelfsprekend overeenkomen met de fouten van de makers. Dit is een giftige, leeghoofdige film, die te leeghoofdig is om door te hebben hoe giftig hij is.

TV: Het is dan ook ironisch dat men enorm zelfbewust wil zijn als het aankomt op plotpunten, maar niet wanneer het de hoofdpersoon betreft. In de loze zoektocht naar humor wordt Dylans ego consequent ontzien, terwijl ieder ander zonder problemen wordt geofferd voor een makkelijke grap.

LvH: Laat ik advocaat van de Dylan spelen: laten we even doen alsof er een eloquente fan van Dylan Haegens op ons stuk reageert met: ‘Dylan Haegens is een succesvolle YouTuber die zijn eigen zaak heeft met personeel en een groot publiek vermaakt. Jullie zijn rancuneuze blanke Randstedelingen die cynisch iets aanvallen waar jullie niet de doelgroep voor zijn.’ Ik zou zeggen dat iemand daar op zich wel een punt zou hebben.

TS: Kom niet aanzetten met ‘maar je bent de doelgroep niet.’ De doelgroep verdient beter dan dit. Kinderen verdienen beter en kunnen ook beter krijgen in Nederland, het land van prima commercieel kinderwerk als Otje, Theo en Thea, Dolfje Weerwolfje, Kikkerdril, Pluk van de Petteflet, Patatje Oorlog, Brammetje Baas, Achtste-Groepers Huilen Niet, Het Paard van Sinterklaas, Dummie de Mummie en De Boskampi’s. Dat zijn allemaal films die hun publiek verdienen of op zijn minst solide zijn. Juist omdat het een kinderfilm is mag je verwachten dat er wordt nagedacht over de boodschap en over hoe deze uitgedragen wordt.

JK: Doelgroep of niet, wat Haegens hier doet is gewoon incompetent. Het is alsof hij en zijn vrienden heel veel films tot halverwege hebben gezien, maar er nooit een af hebben gekeken. Neem het hele gedoe met de nepvideo’s. Dat plotpunt wordt opgezet alsof Dylan en Teun zich na een tijdje zullen realiseren dat het niet oké is om nepvideo’s te maken en hun fans te bedriegen, het soort morele ontwikkeling dat personages in veel fictie doormaken. Dat gebeurt echter niet. De reden dat men stopt nepvideo’s te fabriceren, is dat er een door IJsbrand gefabriceerd filmpje verschijnt waarin Dylan een bank overvalt. De technologie brengt te veel risico’s met zich mee en wordt om die reden afgezworen. Het is een interessant experiment: introduceer een thema, maak duidelijk welke kant je ermee op gaat, en laat het vervolgens achter.

TV: Dat gebeuren met die nepvideo’s loopt sowieso volkomen dood. Ze hebben een trucageprogramma… nou en? Het is niet alsof Dylan met het gebruik hiervan zijn ziel aan de duivel heeft verkocht. De film toont dit programma nooit als iets anders dan een praktisch hulpmiddel. Team Dylan kan hiermee met minder moeite meer video’s maken en krijgt er in een maand tijd een miljoen abonnees bij, dus wat is precies het probleem? Iedereen gebruikt trucage. Of denken de vele volgers van Dylan werkelijk dat hij naar Mars is gevlogen vanwege een video waarin dat te zien is? Zo ja, dan doet dat vermoeden dat Haegens geen al te hoge dunk heeft van zijn publiek. Dat Dylan van zijn voetstuk valt, komt volledig door IJsbrand, maar die gebruikt het programma al vanaf het begin van de film. Dat is geen verhaalontwikkeling; IJsbrand had een dergelijke lastervideo al in de eerste scène kunnen fabriceren.

JK: Een ander voorbeeld is het einde, met Marit op het vliegveld. Ze heeft de nepvideo met de bankoverval gezien, en heeft besloten haar relatie met Dylan te beëindigen. Ze liet een videoboodschap voor hem achter waarin ze vertelt een vliegtuig naar Zuid-Amerika te nemen (specifieker wordt ze niet) om daar te werken voor een stichting die de jungle redt (specifieker wordt ze niet). Haar mobieltje neemt ze niet mee. Oei, wat nu? Op het vliegveld blijkt dat Marit haar mobieltje tóch heeft meegenomen (‘Ik kon hem niet achterlaten’) en dus de video heeft kunnen bekijken waarin Dylan alles uitlegt. Dus je introduceert een probleem — mobieltje niet mee — om even later te onthullen dat het probleem nooit bestaan heeft. Natuurlijk hoeft een malle komedie geen netjes afgerond verhaal te vertellen, maar de betere voorbeelden in het genre (Duck Soup, Monty Python and the Holy Grail) proberen dat dan ook niet. Haegens gelooft dat een film drama moet hebben, dus introduceert hij drama, zonder enig idee wat hij er verder mee moet. Wederom: er had volwassen supervisie moeten zijn. En dan van een betere regisseur dan Bas van Teylingen. De Film van Dylan Haegens doet denken aan een ander stervehikel van een onder jongeren populaire komiek die door veel ouderen niet werd begrepen: het veel betere Freddy Got Fingered (2001) van Tom Green. Ook die film gaat lukraak om met plotconventies en karakterontwikkeling. Maar bij Freddy Got Fingered betreft het volgens mij geen onkunde, maar de bewuste keuze de kijker te frustreren. Tom Green, grappig of niet, was subversief, en Freddy Got Fingered, hoewel misschien geen goede film, is best interessant als satire. Een brutale deconstructie van narratieve conventies, waarin Greens absurdistische grappen perfect hun plaats vinden. Absurdistisch kun je de veilige humor van Haegens niet noemen, en brutaal is hij ook niet — zijn merk draait juist om veiligheid. Van zijn YouTube-filmpjes weet ik dat hij zijn tosti’s met sambal eet, maar zelf is hij een tosti naturel met voorgesneden jonge kaas. Het feit dat zijn film niet aan traditionele kwaliteitsstandaarden voldoet lijkt me dan ook geen kwestie van artistieke rebellie of punkmentaliteit, maar gewoon onkunde en luiheid. Dit is het soort film waarin de vertelstem niet eens consistent is in het gebruik van tegenwoordige of verleden tijd. Het feit dat iemand een zin schreef als ‘Dylan kwam thuis en denkt dat het ergste achter de rug is’ en niemand in het gehele maakproces opmerkte dat die zin in één tijd zou moeten staan, vertelt je eigenlijk alles wat je moet weten.

TS: En voor hen die denken dat we ons aanstellen: jullie zullen deze pijn nooit begrijpen. Jullie zijn nog onbezoedeld. Jullie hebben De Film van Dylan Haegens nooit gezien. Wij Dylan-survivors weten wat we hebben meegemaakt. We herkennen elkaar door de verwilderde blik in onze ogen terwijl we zachtjes “Hey mensen” mompelen. Nauwelijks hoorbaar, maar genoeg om elkaars lijden te herkennen. Willen we dit onze kinderen aandoen?

LvH: Dat is dan de catchphrase van de film, het kanaal en de merch: ‘Hey Mensen!’ Is dat serieus het beste wat ze konden bedenken in de acht jaar dat ze actief zijn? I can’t even with this shit. In het kader van ‘If you can’t beat them, nuke them from orbit, it’s the only way to be sure‘ heb ik dus ook maar een top 10 samen gesteld: Tien Dingen Die Minder Beschadigend Zijn Voor Kinderen dan DFVDH:

10. Duitse grammatica leren.

9. Spruitjes eten.

8. Opgroeien.

7. Een bezoek aan een brandende tosti-tent.

6. Masturbatie ontdekken.

5. Tide Pods doorslikken.

4. Aangereden worden door een Canta.

3. Geronseld worden door ISIS.

2. Gedeporteerd worden naar Noord-Korea om stage te lopen bij het Noord-Koreaanse YouTube-kanaal over de beste boomschorsrecepten.

1. Ebola.

Vind ons: