
Cine Clip: het beste van 2018 (2/2)
Met het einde van het jaar in zicht blikt Theodor Steen in Cine Clip terug op de beste videoclips van 2018. Hier de nummers 10 tot en met 1.
10. Willem – Houten pak (Paul Geusebroek)
Opposites-rapper Willem liet dit jaar zich van zijn gevoelige kant zien met Houten pak, een metaforisch nummer over zijn depressie. De clip is troosteloos, maar vindt evocatieve beelden om die depressie in beeld te brengen. Clichés blijven uit en de video is erg strak geschoten. Dat zo’n beetje alle trucjes uit de doos worden gehaald, cinematografisch gezien, valt niet eens echt op dankzij de impact van de beelden. Het beeld van Willems uitgelichte oog terwijl hij als een wrak in de armen van zijn vrouw ligt is een van de krachtigste shots in een clip van dit jaar.
9. Jack White – Corporation (Jodeb)
Absurdisme uitgevoerd met een stalen gezicht. Het past perfect bij Jack Whites nieuwste album Boarding House Reach, waarbij je nooit honderd procent zeker weet hoe serieus je het gepiel en aangekloot moet nemen. In deze clip volgen we een moordmysterie met een reeks zonderlinge personages als verdachten: van een tienermeisje dat bijklust als huurmoordenaar tot een wonderkind dat op de vlucht is voor criminelen, en meer vreemd figuren. Dat de clip eindigt als een potsierlijke variant op het toch al potsierlijke Identity maakt hem eigenlijk alleen nog maar beter. Grotesk, maar op een zeer vermakelijke manier.
8. Justice – Love S.O.S. (Edouard Salier)
De nieuwe videoclip van Justice heeft een simpel uitgangspunt maar voert dit met stijl uit: een mannelijke stripper op stiletto’s, met littekens in zijn gezicht, danst in een glazen kooi in een nachtclub, tot hij doordraait en de hele club uitmoordt. Dit alles gefilmd met een stilistische kracht waar Gasper Noé of Fabrice du Welz zich niet voor zouden schamen. Het is hol, het is kitsch, maar het is ook glorieuze camp en heerlijk opzwepend. Genieten.
7. Beck – Colors (Edgar Wright)
Edgar Wright regisseert, naast actiekomedies, sporadisch ook videoclips, en vrijwel altijd zijn dat odes aan klassieke Hollywoodfilms en musicals. Dit keer maakt hij zijn eigen Busby Berkeley-clip, waarin zwart-wit-personages Beck en Alison Brie dansen te midden van in geel en blauw gekleurde sets en dansteams. De choreografie is superstrak, net als de montage, en de kostuums zijn nét eng genoeg om van de video meer te maken dan een dansfestijn. Een simpel concept, perfect uitgevoerd.
6. St. Vincent – Fast Slow Disco (Zev Deans)
De meest zweterige videoclip van het jaar is zonder meer de video van deze nieuwe remix van St. Vincents Slow Disco. Annie Clark a.k.a St. Vincent te midden van een groep gay bears in een nachtclub, waar de extatische dans al snel uitmondt in een orgie. Zonder expliciet te zijn toont de clip de intimiteit van het dansen en vrijen tussen de mannen, en doet dat op een dergelijk warme en opzwepende wijze dat de woorden ‘politiek statement’ geen enkele keer in mij opkwamen tijdens het kijken. Het is gewoon een feest.
5. Janelle Monáe – Pynk (Emma Westenberg)
Ook Janelle Monae viert liefde binnen de LGBTQ+-gemeenschap met een warme, opbeurende, zomerse video. Pynk is een ode aan lesbische liefde, vrouwelijke kracht en de vagina, vol ontspannen en speelse beelden die verwijzen naar seks en geslachtsdelen. De zuurstokkleuren, de prachtige kostumering, inclusief ‘pussy pants‘, de uitgekiende choreografie, het charisma dat van Monáe afdruipt, alles aan deze clip stemt vrolijk. Monáes albumfilm Dirty Computer, waar de clip deel van is, bevat ook genoeg duisternis en maakt een krachtig statement tegen onderdrukking van minderheden. Maar eigenlijk is dat statement nergens krachtiger dan in deze vijf minuten waarin het verzet tegen de gevestigde orde de vorm krijgt van een viering.
4. The Decemberists – Once in My Life (Autumn de Wilde)
In heel veel clips dit jaar dansen de personages zorgen van zich af. Soms is deze dans politiek geëngageerd (Janelle Monáe, St. Vincent), soms een manier verdriet te onderdrukken (Austin Weber) en soms is de dans uiterst cynisch (zie nummer 2 op deze lijst). Maar de clip van The Decemberists’ Once in My Life laat zien waarom men danst op de vulkaan. Hoofdpersoon is de boomlange Jacob de Wilde (de broer van de regisseur), een man met een groei- en overprikkelingsstoornis, die moeite heeft zijn plek in de maatschappij te vinden. Maar door eigen expressie, een onbeholpen maar ontroerende dans, weet hij de wereld naar zijn hand te zetten, en mensen mee te krijgen in zijn ritme. Dans is, zeker in videoclips, bij uitstek de manier om tegen de maat in te gaan, en het ritme van de wereld naar je hand te zetten.
3. Hurray for the Riff Raff – Pa’lante (Kristian Mercado Figueroa)
Een sterk staaltje politiek engagement vinden we in Pa’lante van de Puerto Ricaanse band Hurray for the Riff Raff. In uit het leven gegrepen beelden zien we hoe een relatie op springen komt te staan door de armoede en financiële druk in de nasleep van Orkaan Maria. We springen van locatie naar locatie en door de tijd heen, en daardoor ontstaat de indruk dat het verhaal van deze twee mensen niet uniek is. Dit is het verhaal van veel Puerto Ricanen, wier dagelijks leven hard beïnvloed wordt door een geschiedenis van economische uitbuiting en kolonialisme.
2. Childish Gambino – This Is America (Hiro Murai)
De meest besproken clip van het jaar en niet zonder reden. De overdaad aan memes, verklaringen en essays mogen het scherpe randje van de clip gehaald hebben, ieder werd flink opgeschud op het moment dat ze de clip voor het eerst zagen. Alles aan deze clip is ontregelend: de strakke one-take contrasteert sterk met de apocalyptische chaos waar de video zich in afspeelt, de strakke danspasjes en maniakale bekkentrekkerij van Donald Glover, Childish Gambino himself, worden bruut onderbroken door bloederig en extreem geweld. Het beeld dat hierdoor ontstaat van Amerika is niet rooskleurig, maar de weigering om de thematiek rond onder andere de wapenlobby en raciale ongelijkheid met fluwelen handschoenen aan te pakken maakt dit een van de krachtigste clips van het jaar.
1. LCD Soundsystem- Oh Baby (Rian Johnson)
Je kunt veel kanten met de videoclip uit: een kort pamflet, een dansfestijn, een visuele gimmick. Zeldzamer zijn de clips die echt een verhaal van A tot Z vertellen, en laat het maar aan regisseur Rian Johnson over om in pakweg vijf minuten die laatste vorm perfect uit te voeren. Oh Baby vertelt misschien wel een van de meest ontroerende sciencefictionverhalen van het jaar, waarin wetenschappers David Straithairn en Sissy Spacek het eeuwige niets verkiezen boven een leven zonder elkaar. Maar verwar Oh Baby niet met een korte film waar lukraak een liedje op geplakt is: beeld en geluid versterken elkaar, en de camerabewegingen zijn zo strak getimed met de muziek dat ze als één geheel werken. Daardoor fungeert het laatste shot, van de geliefden in elkaars armen, de een stervend, de ander zorgzaam, ook als een dans. In een jaar waarin in veel videoclips mensen dansen met de dood op hun hielen, tegen beter weten in, valt dit beeld niet uit de toon. Het is hét gevoel van 2018: de wereld staat in brand, maar laten we samen dansen.