Brexit Countdown: The Arbor

The Arbor (2010) zou een experimentele documentaire worden over Andrea Dunbar, die als vijftienjarige op school een toneelstuk schreef over de wijk Buttershaw waarin ze opgroeide: The Arbor. Het werd opgepikt en in 1980 gespeeld in The Royal Court Theatre in Londen. Dunbar volgde het stuk op met Rita, Sue and Bob Too, dat in 1987 werd verfilmd door Alan Clarke. In 1990, slechts 29 jaar oud, overleed ze aan een hersenbloeding in de pub waar ze haar meeste dagen doorbracht, drie kinderen achterlatend in Bradford, West Yorkshire. De in de buurt van Bradford opgegroeide Clio Barnard (die drie jaar later internationaal lof oogstte met haar fictiefilm The Selfish Giant) zocht contact met die kinderen en andere mensen uit Dunbars directe omgeving en stuitte zo op het tragische levensverhaal van Lorraine, het eerste kind van Andrea, dat ze kreeg met een Brits-Pakistaanse man.

Zo werd de uiteindelijke film vooral het verhaal van Lorraine, de dochter uit een relatie die eigenlijk niet mocht, die niet helemaal gewenst was en haar moeder niet kan vergeven voor de kindertijd die ze gehad heeft. Het is een verhaal dat zich kenmerkt door een stapeling van ellende. Wat begint met alleen thuis gelaten worden met haar broertje en zusje en het in brand steken van de slaapkamer om de kou te verjagen, eindigt via tienerjaren vol drugs, automutilatie, seksueel misbruik en prostitutie uiteindelijk in de gevangenis.

The Arbor is geen standaarddocumentaire met talking heads en archiefbeelden. Verre van. Barnard liet de audio-opnames van de interviews die ze afnam, met alle aarzelingen en tegenstrijdigheden, playbacken door acteurs, die geplaatst worden in de settings waarover de geïnterviewden vertellen. Dat klinkt als een gimmick en is aanvankelijk ook even wennen, maar het biedt Barnard de mogelijkheid betekenislagen toe te voegen. Zo is er de spiegeling met wat Dunbar deed met haar toneelstuk The Arbor. Dat stuk was een bijna letterlijke weerslag van haar leven (specifiek de periode waarin ze een relatie had met Yousaf en zwanger werd van hem). Ze tekende de woorden van de mensen rond zich op en gaf ze uit handen, aan acteurs, wat Barnard in haar film ook doet met de woorden van de mensen die ze interviewde.

Het effect ervan is de paradoxale notie dat deze mensen, juist in het proces van het vertellen van hun verhaal, onzichtbaar worden. Door het playbacken ontstaat een soort vervreemdende dissociatie tussen hen van wie de woorden zijn en de acteurs die we op het scherm zien en daarin toont zich het schurend tekortschieten van representatie. Het is een veelgehoord argument dat de uitslag van het referendum over de Brexit en bijvoorbeeld ook de verkiezing van Trump in Amerika deels verklaarbaar is uit de onvrede van een onderklasse die onzichtbaar en zwijgend wordt gehouden juist door persistente en immer vertekende representatie. Analyses van deze stemmingen laten een veel complexer beeld zien, maar dat er een problematische kant zit aan die eeuwige representatie en fictionalisering van de Britse onderklasse laat een film als The Arbor wel goed zien, zonder er overigens zelf aan te ontsnappen.

En Clio Barnards ‘tightrope-walking experiment with fact, fiction and the spaces in between’, zoals The New York Times de film typeerde, gaat nog verder. In de straten van Buttershaw speelt een aantal acteurs in de open lucht en omringd door bewoners, scènes uit het toneelstuk van Dunbar. Het is de minst sterke laag in de film, hoewel de casting van de tegelijk brutale en kwetsbare Natalie Gavin, door Barnard min of meer bij toeval ontdekt in Bradford, als de fictieve versie van Andrea een gouden greep is.

The Arbor vertelt een verhaal dat het weefsel van een wijk als die in Bradford blootlegt, waarvan er zovelen zijn in Groot-Brittannië. In een interview met The White Review sprak regisseur en auteur Patrick Keiller (die we later nog gaan tegenkomen in onze Brexit Countdown) over ‘the discrepancy between the visible appearance of the landscape, which looks very impoverished, and the supposed wealth of the country.’ Daar zijn natuurlijk verschillende redenen voor, zoals de verdeling van die rijkdom, maar niet voor niets is het visueel opknappen van een wijk vaak een eerste stap naar een betere levensstandaard. Het klinkt cosmetisch, maar het is niet ondenkbaar dat er een correlatie is tussen het uiterlijk van een (stedelijk) landschap en de narratieven die zich daarbinnen vormen. Anders gezegd: wie naar een wijk als Buttershaw in de jaren tachtig kijkt (laat staan als je er woont), kan zich daarbinnen geen andere bestaan voorstellen dan het kansarme, van geweld en alcohol vergeven soort dat we in het toneelstuk van Dunbar treffen. En als je je geen ander bestaan kan voorstellen, hoe bereik je dat bestaan dan ooit?  

In deze omgeving past geen ander narratief en dus herhaalt het zich onverbiddelijk. Dat is wat het verhaal van Andrea en Lorraine Dunbar impliceert. Het is een verstikkende cyclus, van generatie op generatie. En toch is dat maar een deel van het verhaal. Want Lisa, het jongere zusje van Lorraine (in 2018 overleden aan de gevolgen van kanker), kijkt heel anders naar hun moeder en heeft een heel ander pad naar volwassenwording afgelegd. Vooral in het eerste deel van de film, waarin de opgehaalde herinneringen nog die zijn aan een gedeelde kindertijd, brengt Barnard de twee zussen (vertolkt door Manjinder Virk en Christine Bottomley) visueel in dezelfde ruimte en schetst daarmee prachtig dat verschil in beleving en herinnering tussen hen.

‘I don’t think you remember the good stuff’, zegt Lorraine aan het begin van de film, maar wat The Arbor vooral laat zien is hoe herinneringen tekenen door de tijd heen. ‘Sharing a frame and little else’, schrijft Jeannette Catsoulis treffend in de New York Times-recensie, ‘one sister reminisces about a mother writing late into the night, while the other recalls only an abusive drunk who “had the audacity to drop dead” five days before Christmas without buying gifts.’ Waar Lisa haar moeder met een door de jaren heen milder geworden blik bekijkt, ziet Lorraine alleen de versie van haar moeder waaraan ze haar hele leven probeerde te ontsnappen. Het gaat er niet om welk van de twee herinneringen dichter komt bij wie Andrea Dunbar was, die uiteindelijk in The Arbor een onkenbare schim blijft, waar het om gaat is hoe levens elkaar raken en weer loslaten en toch altijd zo geworteld blijven in de grond waaraan ze ontsproten.

Vind ons: