Botticelli: Inferno

 

Is de wereld van het beeld wezenlijk anders dan de wereld van de tekst? Sommige romanschrijvers zouden instemmend knikken – sommige filmmakers ook. Toch loopt de geschiedenis over van verrassende samenwerkingen tussen het geschrevene en het aanschouwelijke. Syntheses, zo je wilt. De tekst kan niet meer zonder het beeld, en wie het beeld ziet denkt aan de tekst. Een perfect voorbeeld van zo’n verbond vinden we in Botticelli: Inferno: een documentaire over de tekeningen die ’s werelds grootste poëzie een gezicht gaven.

Het decor voor deze kunstfilm is uiteraard Florence. Dante Alighieri (1265-1321) en Sandro Botticelli (1445-1510) groeiden op in een stad die ook vandaag nog kunst ademt. Toeristen verdringen zich in de Galleria dell’Academia rond Michelangelo’s David, het Uffizi-paleis is een walhalla van wereldkunst (en wachtrijen). Wie de weelde van Florence kent, slikt even bij het idee dat sommige meesterstukken zoveel aandacht op kunnen eisen. In het geval van Botticelli’s Map of Hell (La Mappa dell’Inferno) is dat desondanks begrijpelijk. De gedetailleerde weergave van Dantes afdaling in de krochten van de hel blijft kunstliefhebbers mateloos intrigeren.

Dat lijkt misschien een paradox: anders dan in de late middeleeuwen geloven de meeste Europeanen niet meer in een letterlijke hel. Misschien dat de Duitse regisseur Ralph Loop er daarom ook voor koos voorbijgangers op straat naar hun ideeën over de hel te laten vragen. Het zou immers niet gek geweest zijn als de sprookjes van de middeleeuwse mens met de komst van de moderne mens onverbiddelijk in de vergetelheid waren geraakt. Een kunstwerk bestaat niet zonder de mens die het bestaansrecht en betekenis geeft. Verrassend, maar waar: alle reacties van voorbijgangers gaan over thematiek, niet noodzakelijkerwijs over de kunst zelf. De hel mag dan niet meer letterlijk bestaan, ze is wel een geliefde metafoor voor het eigen pad naar verlichting of verdoemenis. Als het aan sommige voorbijgangers ligt is de diepste kamer in de hel gereserveerd voor politici – geen voorrang voor moordenaars en verkrachters dus. Een studente haalt zichtbaar trots John Milton aan: ‘Better to reign in hell, than serve in heaven.’ De (vermoedelijk godsdienstminnende) gids die de vraag stelde blijft wat verbouwereerd achter.

Het is tekenend voor de documentaire dat deze korte intermezzo’s meer prikkelen dan het hoofdonderwerp. De meeste tijd gaat op aan kunstexperts die maker en werk belichten, maar de beschouwingen missen diepgang: er zijn teveel verschillende sprekers, waardoor de pogingen om Botticelli en de Map of Hell van context te voorzien telkens opnieuw in schrijnend oppervlakkige taal verzanden. Dat is niet direct een probleem voor kijkers die weinig van Botticelli en Dante weten, maar wie zich al eerder informeerde zal al snel op het tekort aan meer diepgravende observaties stuiten. Het helpt dat sommige betrokkenen hun verhaal met veel enthousiasme aan de man brengen.

Botticelli: Inferno legt in de eerste tien minuten een hoop beloften af. Een storende voice-over doet zich voor als Botticelli en beweert dat hij ‘meer ziet dan ons allemaal’. Ondertussen krijgen we mee dat de kaart van de hel een kaart van mysteriën is. Vertaling: onontdekte en/of onbegrepen details zijn klaar om (her)ontdekt te worden. Ook een belofte, verwacht je: het is Loop dus om verbluffende inzichten en voorheen verhulde betekenissen te doen?

Op twee momenten in de documentaire wordt het proces van digitale bewaring getoond en toegelicht. Scans van hoge kwaliteit zorgen ervoor dat we de kleinste details van Botticelli’s werk in ons op kunnen nemen. Wie op die manier de verschillende cirkels van de hel betreedt, ziet dingen die de tijdgenoten van de maker zeker nooit konden zien. Dat roept een interessante vraag op: kunnen dingen die ooit onzichtbaar waren nu wel bestaan? En als dat kan, mógen we dan wel zien wat Botticelli voor het blote oog verborgen hield?

Botticelli: Inferno draait op 13 september in het kader van de reeks Arts in Cinema.

Vind ons: