
Animonday: Big Mouth
In Animonday kun je elke maandag terecht voor een verse dosis animatienieuws, aankondigingen van animatiefestivals, retrospectieven en -events. Daarnaast ook teasers, trailers, leaders, virals en ander geanimeerd vermaak. Vandaag een recensie van de geanimeerde Netflix-serie Big Mouth.
De geanimeerde Netflix-serie Big Mouth werd in november vernieuwd met een derde seizoen. De serie is ontsproten aan de hersens van Nick Kroll, Andrew Goldberg, Mark Levin en Jennifer Flackett, en is gedeeltelijk gebaseerd op hun eigen puber trauma’s. Big Mouth draait om een aantal 13-jarige koters die aan het puberen slaan. Beste vrienden Nick Birch en Andrew Glouberman staan versteld van de veranderingen in hun eigen lichaam en die van hun klasgenoten. Maar waar Nick uit een absurd vrijdenkend en liefdevol smorend nest komt, wordt Andrew compleet gestoord van zijn neurotische moeder en ongelikte beer van een vader. En terwijl Nick aan het begin van de serie nog geen rare haargroei weet te ontdekken, gieren de hormonen door het lijf van Andrew waardoor hij constant de hand aan zichzelf moet slaan.

Hun klasgenoten Jessi en Missy beginnen ook te merken dat er veranderingen plaatsvinden, waardoor Big Mouth vrij uniek is in het feit dat er vanuit beide kanten naar de puberteit wordt gekeken. Maar als je de indruk krijgt dat de serie een realistisch docudrama is, dan kan ik je bij deze uit de droom helpen: de gierende hormonen worden belichaamd door daadwerkelijke Hormoonmonsters: grote harige beesten die de impulsen van de jongens en meisjes aanwakkeren en uitvergroten. Andrew heeft de immer oversekste Maurice, Jessi de Drama Queen Connie die praat als een Southern Belle. Daarnaast hangt de geest van Duke Ellington rond in het huis van Nick en komen gedurende de serie objecten tot leven om advies te verstrekken, onzin uit te kramen en personages te verleiden, zoals in het geval van Jay, die er gaandeweg achter komt dat hij op zowel mannelijke als vrouwelijke kussens valt.

Waar de serie in het eerste seizoen een beetje traag op gang komt, wordt de lat in het tweede seizoen wat hoger gelegd en worden er meer personages uitgediept die eerst slechts als comic relief werden gebruikt. Tevens blijkt dat de serie genoeg zelfkennis heeft om personages die op de zenuwen beginnen te werken, zoals Rich the Hormone Monster, de nauwelijks verstaanbare, pathetische collega van Maurice en Connie, naar de achtergrond te duwen en te bekennen dat ze niet meer goed werken.
Dat geldt gelukkig ook voor Coach Steve, de extreem naïeve docent wiens stem zeker tijdens zijn muzikale intermezzo klinkt als een vuvuzela die copuleert met een muilezel. Net zoals in Family Guy, South Park en veel andere moderne animatieseries wordt er geregeld gezongen, maar gelukkig zijn de nummers over het algemeen van hoge kwaliteit en blijven ze niet tegen heug en meug in je hersens hangen. En naarmate de serie vordert, worden de grappen over seks en lichaamsdelen steeds minder de cruciale factor en wordt de karakterontwikkeling van de personages het warme, kloppende hart van de serie.